Archive for the 'Kunsttweets' Category

29
jul
13

Pablo Picasso – Guernica (1937)

guernica

Het schilderij

Ergens tussen de windmolens van Don Quichote had ik Nederland een paar dagen eerder Europees kampioen voetbal zien worden. Ondanks het lege cafe met enkele ongeïnteresseerde Spanjaarden was ik tamelijk euforisch. Staand voor het muurvullende schilderij werd ik die regenachtige dag in juni weer met beide benen op de grond gezet. Zeg maar gerust gesmeten. De emotie die Pablo Picasso ruim vijftig jaar daarvoor op het doek had aangebracht, kwam door elke porie van mijn lichaam levensgroot naar binnen. In mijn herinnering was het erg donker in dat zaaltje bij het Prado in Madrid en werd het steeds donkerder. Mijn blik ging steeds naar het paard. De hoorbare schreeuw van pijn trok een koude rilling over mijn rug. Langzaam kon ik het daarna loslaten om kriskras over het schilderij nog meer dood en verderf te ontdekken. De gevallen soldaat met zijn gebroken zwaard, de moeder met haar dode kind omringd door een stier met een vlammende staart, de huilende duif, de zwevende vrouw met het kaarslicht, de knielende vrouw, de wanhopige figuur omgeven door vlammen. De beelden en hun mogelijke betekenissen buitelden over elkaar heen. Ik heb later de betekenis van deze beelden geprobeerd te achterhalen. Daar heb ik vaak prachtige verhalen over gelezen. Dit zei Picasso er ooit zelf over:

“Deze stier is een stier en het paard een paard. Als je een betekenis geeft aan de zaken in mijn schilderijen dan mag dat erg waar zijn. Maar het was niet mijn idee die betekenis er aan te geven. Jouw betekenissen en conclusies heb ik ook gevoeld, maar dan instinctief en onbewust. Ik schilder om het schilderen. Elk figuur en object is dat wat ik schilder.”

De naam van het schilderij verwijst naar het gelijknamige Baskische dorp. Op 26 april 1937 werd dit dorp door Duitse en Italiaanse vliegtuigen gebombardeerd. Naderhand werd het beschouwd als vingeroefening voor de bombardementen van de Duitsers aan het begin van de Tweede Wereldoorlog op steden als Rotterdam en Coventry. Over het exacte aantal dodelijke slachtoffers in Guernica wordt tot op de dag van vandaag door historici getwist. Guernica werd grotendeels vernield. Maar Guernica blijkt meer dan zomaar een Baskisch dorp. Het is verreweg het belangrijkste dorp in Baskenland. En dat vanwege een boom; de Eik van Gernika. Daarom noem ik vanaf hier het dorp dan ook Gernika.

Casa de Juntas y árbol de Guernica

De eik als symbool

Wat maakt deze eik, een zomereik, tot zo’n sterk symbool? 6000 jaar geleden werd de zomereik een van de toonaangevende bomen in Europa. Ze kunnen vaak honderden jaren oud worden. Vanouds speelde de zomereik een belangrijke rol als heiligdom of als ontmoetingsplek. Dit kwam doordat de indrukwekkende eik vaak meerdere generaties onveranderlijk het landschap domineerde. Dit maakte waarschijnlijk indruk op de in die tijd nog onwetende mens. Bij de oude Kelten kwamen de druïden bijeen onder de grote eik en oorspronkelijk sneden zij beeldjes alleen van eikenhout.

Het Baskische wapen

wapen baskenlandDe Eik komt op heel veel plekken in Baskenland terug. Allereerst is daar het uit 1936 stammende officiële wapen van de Basken. Dit bevat de wapens van de Baskische provincies Alaba, Bizkaia en Gipuzkoa. De eik zit hier niet alleen in het wapen van de provincie Bizkaia, achter het wapenschild bevinden zich twee groene eikentakken met eikels. In de oorspronkelijke versie was ook het wapen van de provincie Navarra aanwezig. Na een rechtszaak is in 1986 het wapen van Navarra verwijderd en vervangen door een rood vlak.

Twee volksliederen

Daarnaast komt de eik prominent naar voren in het officiële volkslied van de Basken. Het Eusko Abendaren Ereserkia, geschreven door Sabino Arana, de vader van het Baskisch Nationalisme, aan het eind van de 19e eeuw, bezingt de boom. Daarnaast is er ook nog het onofficiële ‘Gernikako Arbola’, de Eik van Gernika. Dit lied is in 1853 geschreven door de Baskische bard José Maria Iparraguirre. In tegenstelling tot het officiële volkslied bevat het meer tekst en meer aanwijzingen over Baskenland zelf. Gernika komt aan de orde en daarmee de provincie Bizkaia. Daarnaast worden Alaba en Gipuzkoa als Baskische provincies genoemd. Navarra wordt niet genoemd, maar waarschijnlijk wordt het wel bedoeld als er halverwege de derde strofe wordt gezegd: “Wij alle vier zullen jouw zijde kiezen.”

Overige symbolen

baskische vlagHet groene kruis in de Baskische vlag verwijst ook naar de Eik van Gernika. De vlag is in 1894 ontworpen door wederom Sabino Arana en zijn broer Luis. Oorspronkelijk bedoeld als vlag voor de provincie Bizkaia werd het al snel ook door de Spaans- en Frans-Baskische provincies gebruikt. In 1936 werd het de officiële vlag van Baskenland, dat toen bestond uit de drie provincies Alaba, Bizkaia en Gipuzkoa. Na een verbod tijdens de Franco-periode is het sinds 1979 weer de officiële vlag van Baskenland, dat ook nu bestaat uit de drie provincies Alaba, Bizkaia en Gipuzkoa.

logo baskische uniEen recent gebruik van de Eik van Gernika als symbool, is in het logo van de Universiteit van Baskenland uit 1980, naar ontwerp van de beroemde Baskische beeldhouwer Eduardo Chillida. De universiteit staat verspreid over de drie provincies Alaba, Bizkaia en Gipuzkoa.

Een beknopte geschiedenis van de Eik van Gernika

Gernika is de Baskische naam voor Guernica, de vroegere hoofdstad van de Basken. Onder de ‘Eik van Gernika’, de ‘Gernikako Arbola’, kwamen al in de 15e eeuw de stadsoudsten en de forale raad, een speciaal Iberisch rechtsorgaan, bijeen. Zelfs Ferdinand en Isabella, de stichters van het moderne Spanje, kwamen hier in 1476 en 1483 naartoe om de bijzondere positie van de Basken binnen dat Spaanse koninkrijk te benadrukken. Het Baskenland genoot toen en de eeuwen daarna een verregaande autonomie.

In 1717 besloot Spanje dat ook de Basken belasting moesten betalen. De Bourbon-dynastie was aan de macht gekomen en wilden ook de perifere gebieden van hun rijk steviger onder controle brengen. Dit leidde in 1718 in Gernika tot een opstand, de Machinada en in 1722 werd de traditionele situatie weer hersteld.

In 1876 kwam er toch een einde aan deze autonome positie. In Spanje werden in de 19e eeuw drie oorlogen uitgevochten om de troonopvolging. De Basken kozen de zijde van troonpretendent Carlos en zijn Carlisten. Na de verloren Derde Carlistische Oorlog werden de meeste privileges van de Basken afgenomen. Vooral het verdwijnen van de forale raad was een harde klap voor de Basken. Geen vergaderingen meer onder de ‘Eik van Gernika’.

Daarna is de opkomst van het Baskisch Nationalisme zichtbaar. Onder de bezielende leiding van Sabino Arana streden de Basken vanaf 1895 voor een onafhankelijk Baskenland. Volgens Arana hadden de Basken niets met de rest van Spanje. Hij was de eerste die Baskenland de naam Euskadi gaf, hij richtte de Baskische nationalistische partij PNV op, hij schreef het Baskische Volkslied waarin de ‘Eik’ ook voorkomt en hij ontwierp een eigen vlag waarin het groene kruis de eik van Gernika en de forale raad symboliseert. Met Bilbo (Baskisch voor Bilbao) en Gernika als centra was het vooral de provincie Bizkaia waar de nationalisten hun aanhang hadden.

Tot de jaren ’30 van de twintigste eeuw hadden de Baskische nationalisten weinig in te brengen in Spanje. In 1931 deed koning Alfonso XIII afstand van de troon en begon in Spanje de Tweede Republiek. In 1933 kwam het voorstel dat de Baskische bevolking via een plebisciet over verregaande autonomie zou mogen stemmen. De provincie Navarra besloot niet mee te doen terwijl de provincies Bizkaia en Gipuzkoa wel positief tegen dit zogenaamde ‘Estatuto Vasco’ aankeken. De Spaanse Burgeroorlog gooide echter roet in het eten.

Op 17 juli 1936 kondigden enkele rechtse generaals, waaronder Franco, vanuit de Spaanse enclave Melilla een staatsgreep aan. Als snel sloot Navarra zich bij deze opstandelingen aan, terwijl Bizkaia en Gipuzkoa de kant van de republikeinse regering kozen. Nog steeds hoopten zij op het Estatuto Vasco en deze werd op 1 oktober 1936 dan ook van kracht. Een kleine week later kwamen alle burgemeesters van Bizkaia in Gernika bijeen om onder de eik José Aguirre tot president van Baskenland te kiezen. Gipuzkoa was op dat moment al door de opstandelingen veroverd en alleen Bizkaia was nog vrij. In allerijl organiseerde Aguirre een Baskisch leger om Franco het hoofd te kunnen bieden.

Een half jaar later ging het echter mis. Het offensief om ook Bizkaia op de knieën te dwingen ging vergezeld van luchtaanvallen door Duitse vliegtuigen. Allereerst was daar het vergeten bombardement op Durango op 31 maart en 2 april 1937. Drie weken later gevolgd door Gernika. Dankzij de toevallig aanwezige Zuid-Afrikaanse verslaggever George Steer, stond het nieuws van de luchtaanval de volgende ochtend al in de London Times en de New York Times. En dankzij het schilderij van Picasso verdween deze terreurdaad niet onder het tapijt van de historische vergetelheid. (Harris, 2010) Ook al bleef de regering van Franco tot diens dood in 1975 ontkennen dat er luchtaanvallen in Baskenland hadden plaatsgevonden. Het is zeer waarschijnlijk dat Franco Gernika uitkoos om de Basken in het hart te raken. Toen zijn troepen een paar dagen later het dorp binnentrokken werd de boom streng bewaakt door enkele Basken. Zo werd vernietiging van de eik ook nu voorkomen. Op 19 juni 1937 kwam met de val van Bilbo een voorlopig einde aan de Baskische ambities.

Nadat Franco in 1939 de macht definitief naar zich toe had getrokken werden het Baskisch en al haar uitingen verboden. Pas na de dood van Franco kwam hier verandering in. Langzaam maar zeker kreeg de Baskische identiteit weer ruimte en in 1980 kreeg Baskenland, bestaand uit de provincies Alaba, Bizkaia en Gipuzkoa, zijn autonome status terug.

De geschiedenis van de eik suggereert dat het om één en dezelfde eik gaat. De eik die er nu staat is echter alweer de vierde. De oorspronkelijke eik is ergens in de 14e eeuw geplant en werd ruim 450 jaar oud. Zijn opvolger uit 1742 hield het slechts 150 jaar uit. Nummer drie uit 1858 is de eik die het bombardement op Gernika overleefde. Deze werd later door een schimmel getroffen en begaf het in 2004. Uit de eikels van die derde boom zijn veel jonge boompjes opgekweekt. In 2005 is een van die boompjes als opvolger op de plek van nummer drie neergezet. De stam van nummer twee is nog steeds te bewonderen in een soort van tempeltje in Gernika.

Maar is er ook nog een verband tussen de Eik van Gernika en het wereldberoemde schilderij van Picasso? Volgens sommige kunstkenners staat het kleine tere bloempje centraal onderaan het schilderij en vastgehouden door de hand met het gebroken zwaard, symbool voor die Eik. Gezien bovenstaande geschiedenis wil ik dat graag geloven.

03
feb
13

Gedachtenistafel van de heren van Montfoort – maker onbekend

800px-Gedachtenistafel_van_de_Heren_van_Montfoort

int jaer ons heeren dusent drie hondert vijfentveertich op sante cosmas en damianus dach doe bleven doot op die vriesen bij grave willem van heynegouwen van hollant van // Zeland en heer van Vrieslant heer jan van Montfoorde heer roeloff van Montfoorde heer willem van Montfoorde met veel hare magen vrienden en onder // hebbenden. bidt voor haer allen zielen.

(In het jaar des Heren 1345 op Sint Cosmas en Damianus [26 september] vonden samen met Willem van Henegouwen, graaf van Holland en Zeeland, heer van Friesland, de dood tegen de Friezen heer Jan van Montfoort, heer Roelof van Montfoort, heer Willem van Montfoort en veel van hun verwanten, vrienden en onder hun bevel staanden. Bidt voor hun aller ziele.)

 

Hoewel de natuur en de kunsten vaak dichter bij elkaar staan dan wij denken, was ik toch verrast toen ik op mijn zoektocht naar de geotweet dit stukje Nederlandse kunst tegenkwam. Na de stuwwallen en  de ijssmeltwaterdalen was ik op zoek naar een fraai voorbeeld van keileem in het Nederlandse landschap. Al snel kwam ik bij het ‘Roode Klif’ in Friesland uit. Wie in Friesland “Roode Klif” zegt, laat dat direct volgen door “De Slag bij Warns in 1345. Zoekend naar deze voor ‘echte’ Friezen zo belangrijke slag kwam ik het schilderij ‘Gedachtenistafel van de Heren van Montfoort’ tegen. Dat het oudst bewaard gebleven schilderij van Nederland blijkt te zijn.

Bij Warns of Stavoren?

Wat elk jaar wordt herdacht als de ‘Slag bij Warns’ zou best wel eens de ‘Slag bij Stavoren’ geweest kunnen zijn. Volgens sommigen duikt de naam Warns pas eeuwen later op en is de Hollander Willem IV in de pan gehakt bij ‘Starum’. Gezien de ligging van het Roode Klif, waar de gedenksteen aan de slag staat, maakt dit niet eens zoveel uit. Stavoren en Warns liggen op ongeveer gelijke afstand. Al krijgt de ‘ferkearde wei’ zo wel een dubbele betekenis. Niet alleen de Hollanders gingen hier de verkeerde kant op, de weg naar Warns zou sowieso dus wel eens verkeerd kunnen zijn. Feit blijft dat de uitbreiding van de macht door de Hollanders mislukte. Al zouden de Friezen twee jaar later al een bestand sluiten met de Hollanders. En ondanks een oprisping onder Grote Pier (1480-1520) zou Friesland in 1648 onderdeel worden van de Republiek der Verenigde Nederlanden.

Slag tussen twee volken?

Hoewel menig Fries weet dat zij bij de ‘Slag bij Warns’ de Hollanders hun land uitjoegen, heeft het dus geen belangrijke nationalistische bijsmaak*. Bij een slag uit diezelfde periode in wat nu Kosovo is, was  dat wel anders. De Slag op het Merelveld, wordt nog altijd door de Serviërs aangegrepen om hun rechten op dit gebied te doen gelden. Terwijl zij hier in 1389 van de Turken verloren en eeuwenlang onder het Ottomaanse juk zouden zuchten. Friesland daarentegen lijkt tevreden met zijn positie binnen een koninkrijk dat toch door de Hollanders wordt gedomineerd. Zou dat met volksaard te maken hebben?

Heren uit Holland

Het schilderij, waarvan de maker niet meer te achterhalen is, laat ons geen heldhaftige taferelen van de slag zien. Het is eigenlijk een soort religieus portret van vier Heren die in dienst van de graaf van Holland aan de slag zouden deelnemen. Links zien we Maria** met kind en rechts staat Sint Joris. Daar tussenin knielen vier mannen naar Maria. Dit zijn van links naar rechts: Jan I van Montfoort, zijn oudoom Roelof de Rover, zijn oom Willem de Rover en Hendrik de Rover Willemz. De drie linkse mannen sneuvelden samen met hun leider Willem IV van Holland*** in de Slag van Warns. Hendrik de Rover Willemz overleefde de slag, wat op dit schilderij wordt gesymboliseerd door het feit dat Sint-Joris hem bij de bovenarm vasthoudt. Het schilderij is vrij kort na de slag geschilderd (±1380-1400) voor het Maria-altaar van de Sint-Janskerk in Linschoten. De helmen en de wapenschilden zijn bij restauraties in 1608 en 1770 pas aangebracht. Via-via kwam het in 1885 in bezit van het Rijksmuseum in Amsterdam. Vrijwel de gehele periode dat dit museum gesloten was, is het schilderij in bruikleen uitgeleend geweest aan het Centraal Museum in Utrecht.

Naast een eerbetoon aan Maria is het schilderij dus ook een grafmonument voor de gesneuvelde heren.

* In de Tweede Wereldoorlog probeerden de Duitsers, met de 600-jarige viering voor de deur, de Slag bij Warns nog wel met een ‘Blut und Boden’-sausje te overgieten. Ook nadien probeerden rechtse groeperingen de slag te kapen. Maar de organisatie die de slag herdenkt is erg alert en menig Fries antwoordt waarschuwend: “Het IJsselmeer is vlakbij.”

** Opmerkelijk was ook dat de Friezen het feest van de overwinning dat zij na 1345 elk jaar vierden, aan Maria wijdden. Het ging dan ook de Friesche Lieve Vrouwedag heten. De jaarlijkse viering verdween met het protestants worden van de lage landen na 1500. Sinds 1951 staat er op het Roode Klif een herdenkingssteen met de tekst ‘Leaver dea as slaef’ (liever dood dan slaaf). Sindsdien wordt de slag elke laatste zondag van september herdacht. Om 13.45.

*** Willem IV van Holland, die ook Willem II van Henegouwen was, zou worden opgevolgd door zijn zus Margaretha van Beieren. Dit zou later leiden tot de Hoekse en Kabeljauwse twisten.

28
dec
12

Hoofdpostkantoor Utrecht – J.Crouwel jr.

544px-HoofdpostkantoorUrecht

Nog verbaasd over de lelijkheid van de flat hier in het hart van middeleeuws Utrecht ga ik het naastgelegen gebouw binnen. De lage ingang verraadt nog niks. Bereidt mij niet voor op de schok. Als ik de hal van het hoofdpostkantoor binnenloop word ik gedwongen omhoog te kijken. Metershoge gebogen zuilen waarlangs het licht naar binnen wordt getrokken. Ik ben vergeten wat ik hier eigenlijk kwam doen. Het enige wat ik nu kan is genieten. Van deze kathedrale schoonheid in baksteen en glas. Ik neem mij voor als ik ooit in Utrecht ga wonen mijn rekening bij de Amro-bank te verruilen voor eentje bij de Postbank. Hier wil ik in de rij staan. Heel lang en met mijn rug naar de balie, met mijn blik omhoog.

Van postzegel tot e-mail

In 1982 was dit nog gewoon het hoofdpostkantoor van Utrecht. Niet alleen voor postzegels, maar ook voor geld van je Postbank-rekening, moest je hier in de rij. Er waren nog geen pinpas en e-mail. Nu dertig jaar later heeft de vooruitgang zijn tol geëist. Het weinige cash dat je nog nodig hebt, haal je uit een anonieme muur. Postzegels kom je alleen nog tegen op een verdwaalde kerstkaart. Het postkantoor heeft veel van zijn functies verloren en is daardoor overbodig geworden en dus met het Hoofdpostkantoor van Utrecht als laatste bolwerk overal verdwenen. Een generatie Utrechters groeit nu op zonder dit bijzondere gebouw waarschijnlijk ooit van binnen te zien.

Modern kasteel

800px-Postkantoor_Neude1Een gebouw dat in 1924 zijn deuren opende in een periode dat de post een moeilijke periode doormaakte. Om te bezuinigen besloot men in die jaren het aantal postbezorgingen terug te brengen van vier naar drie keer per dag. Tevens is de PTT in die periode begonnen met het bezorgen van ongeadresseerd drukwerk. Maar er werd niet bezuinigd op de architectuur. Er werd een bijzonder gebouw neergezet dat veel beter paste bij de middeleeuwse binnenstad dan de jaren-60 dissonant, de Neudeflat. Dankzij het uitbundig gebruik van baksteen werd een modern gebouw neergezet met de allure van een middeleeuws kasteel. Dit wordt nog duidelijker als we naar het vierkante grondplan kijken met de vier ‘torens’ op de hoeken.

Amsterdamse School

De stijl waarin het hoofdpostkantoor is gebouwd was sinds een aantal jaren bekend onder de naam ‘Amsterdamse School’. Een bouwstijl die zich afzette tegen de strakke zakelijkheid van Berlage. In tegenstelling tot stromingen als De Stijl en Bauhaus had deze school geen eigen manifest. Wel hadden de bouwers eenzelfde doel voor ogen. Het gebouw werd gezien als sculptuur, met nadruk op de plastische twee- en driedimensionale vormgeving. Veelvuldig kleurgebruik, siermetselwerk en dakpannen in de gevel lieten hele bouwwerken voor de ogen van de toeschouwer bewegen. “Een Bouwmeester moet vóór alles artist zijn, dat is gevoelsmensch,” zei W. Kromhout, architect van Hotel Americain op het Leidseplein in Amsterdam. Of om het iets bombastischer te stellen: “De jongeren hebben niet het geduld van Mozes; zij willen reeds nu den purperen wijn van het beloofde land der bouwkunstige schoonheid proeven… Vandaar de nieuwste richting in de bouwkunst, de moderne Amsterdamse school met zijn expressionisme, met zijn moderne romantiek, met zijn fantasie.” Dit schreef architect Jan Gratama in 1916. Hij was hiermee de eerste die de term Amsterdamse school gebruikte, naar aanleiding van de bouwwerken van zijn collega’s van der Mey, Kramer en de Klerk, zoals het in die tijd net voltooide Scheepvaarthuis.

School gemaakt buiten de hoofdstad

Hoewel de hoofdstad het centrum was van deze ‘school’, komen we ook elders veel voorbeelden tegen. Beroemd zijn Park Meerwijk in Bergen (N-H), de Bijenkorf in Den Haag en naast het Hoofdpostkantoor, het Louis Hartloopercomplex in Utrecht. Maar ook in de provincie is veel moois te vinden. Het in tijden van hoogwater nog in gebruik zijnde Ir.D.F. Woudagemaal in Lemmer, Radio Kootwijk op de Veluwe of het nietige transformatorhuisje in Grijpskerk. Dit laatste gebouwtje is vooral beroemd geworden omdat in de Tweede Wereldoorlog hier het bevolkingsregister van dit Groningse dorp verstopt lag. Dit feit en niet de unieke architectuur behoedde het jaren later voor sloop. Het is nu dan ook een oorlogsmonument.  “En Hilversum dan?” hoor ik vragen. Dat werd vooral de stad (of eigenlijk dorp) van Dudok. Hij zette in de jaren 20’ en ’30 een versobering in waarmee een eind kwam aan de Amsterdamse School.

Toeval?

800px-Europa_P1080456Waar nu het (voormalige) hoofdpostkantoor staat, stond vroeger het Ceciliaklooster. Tot de reformatie woonden er nog nonnen, maar na 1647 was dit afgelopen. De gemeente Utrecht werd eigenaar van de gebouwen en vestigde er de Munt in. Is het toeval dat hier in dit gebouw in 1852 de allereerste postzegel van Nederland werd gedrukt? Daar waar ruim 70 jaar later ‘s lands fraaiste postkantoor zou verrijzen. Naar een ontwerp van architect J. Crouwel jr., met beelden van Hendrik van den Eijnde, glas-in-lood van Richard Roland Holst (een oom van) en de grote klok door De Porceleyne Fles in Delft.

Elke keer als ik er langskom rammel ik even aan de deuren. In de hoop dat die open zijn, zodat ik mijn dochters of anderen al dit moois kan laten zien. Helaas is dat sinds de definitieve sluiting op 28 oktober 2011 nog niet één keer voorgekomen.

22
nov
12

Het Vigeland Park in Oslo

Onvoorbereid kwam ik 20 jaar geleden in Oslo aan. Het was niet meer dan een tussenstop op weg naar Jotunheimen en de Jostedalsbreen. Wandelen en gletsjers en misschien een eeuwenoude Stavkirke, meer had ik na een druk voorjaar niet nodig. Oh ja en als schaatsliefhebber had ik nog een paar bestemmingen op mijn verlanglijstje. Het spiksplinternieuwe Vikingskipet in Hamar, het heilige Bislet en het standbeeld van Oscar Mathisen in datzelfde Oslo. Mathisen werd zeker toen nog beschouwd als de beste Noorse schaatser aller tijden. Elk jaar krijgt de beste schaatser ter wereld een trofee dat naar deze Noorse Jaap Eden is vernoemd.

Op zoek naar zijn beeldje, dat ergens bij het Frogner-park moest staan, stuitte ik op een enorme smeedijzeren poort. Wat mij aantrok was de combinatie van strak en zwierig, het lichte graniet waarin alles was gevat en de obelisk in de verte. Tenminste, dat dacht ik toen nog. Dichterbij komend, werd ik steeds meer omringd door kleine en grote beelden. Ik zag toen ook dat de obelisk een grote zuil was, opgebouwd uit ontelbare krioelende figuren.

Voordat ik daar aankwam liep ik over een brug die aan beide zijden is geflankeerd door bronzen beelden. Om de paar meter staat op de granieten leuning een beeld, voornamelijk van kinderen. Ergens halverwege staat wat misschien wel het bekendste beeld van Vigeland is geworden, ‘Sinnataggen’ oftewel ‘Het Boze Jongetje’. Qua iconisch beeld misschien wel te vergelijken met Manneke Pis in Brussel of de Zeemeermin in Kopenhagen. Ook ik moest er natuurlijk een foto van maken. Langs het beeld naar beneden kijkend zag ik toen een beeld dat nog meer indruk op mij maakte. Op een zuil omgeven door peuters en baby’s, staat daar, helemaal onbeschermd het beeld van een embryo. Zonder de veilige baarmoeder wordt hier de kwetsbaarheid van het leven getoond.

Aan het eind van de brug staat nog een beeld dat toen indruk op mij maakte, maar dat ik anders interpreteerde dan de titel. De ‘Man die speelt met vier kinderen’ zag ik toen als een man die alle moeite doet deze kinderen van zich af te houden. De kinderen niet als het nieuwe leven, maar als rustverstoorders. Waarschijnlijk keek ik er zo tegenaan omdat ik toen zelf nog geen kinderen had. Al vraag ik mij af welke vader vandaag de dag nog de kracht heeft zijn vier kinderen als jongleerballen in de lucht te houden. Al is dat laatste in overdrachtelijke zin misschien wel weer waar. Een moderne vader moet meerdere ballen in de lucht houden om niet alleen op zondag het vlees te snijden. Om ook op andere dagen met zijn kinderen te spelen.

 

Iets verderop staat een grote fontein. Op de rand wordt in 60 bronzen reliëfs de levenscyclus weergegeven. Het begint met een klein jochie dat op de slagtand van een prehistorisch dier staat. Nieuw leven op de eeuwenoude dood. Het eindigt met skeletten die langzaam aan het vergaan zijn. De meeste indruk maakte hier op mij het beeld van een vrouw met opgetrokken benen en het hoofd gebogen op haar biddende handen. Tegenover haar een man die geknield in zijn uitgestrekte armen hun overleden kind vasthoudt. Precies boven het hoofd van de vrouw. Nergens komen leven en dood zo dicht bij elkaar.

De fontein ligt aan de voet van een piramide-achtige heuvel waarop de ‘Monolith’ staat. Het brons maakt hier plaats voor graniet. Al deze beelden zijn gemaakt van zogenaamd Iddefjordsgraniet, een gesteente afkomstig uit het gebied tegen de grens met Zweden, ten zuidoosten van Oslo. Bij het zien van de Monolith bekroop mij een vreemd gevoel. De over elkaar heen liggende lichamen deden mij aan beelden denken die mij zijn bijgebleven aan Duitse concentratiekampen en massaslachtingen zoals bij Babi Jar. De maker had zeker een ander beeld voor ogen, want het eerste model had Vigeland al klaar in 1925 en aan de Monolith is door drie steenhouwers gewerkt tussen 1929 en 1943. Vlak voor het overlijden van Vigeland in dat laatste jaar, werd het voltooid.

Ook op een andere manier komt het werk van Vigeland onbedoeld in contact met de concentratiekampen. Sinds 2007 is in het park het beeld Overrasket, ‘Verwonderd’ te bewonderen. In 1942 maakte Vigeland de gipsen versie. De jonge vrouw die hiervoor model stond was de toen 22-jarige Ruth Maier. Deze Joodse vrouw werd in 1920 niet ver van de Donau in Wenen geboren. Een jaar na de Anschluss van Oostenrijk bij Duitsland slaagde zij er in 1939 naar het toen nog veilige Noorwegen te vluchten. Op 26 november 1942 werd zij samen met honderden andere Noorse Joden tijdens razzia’s opgepakt en met het vrachtschip Donau (!) naar Duitsland gebracht. Op 1 december kwam zij in Auschwitz aan en werd zij direct in de gaskamer vermoord. De dagboeken die zij tussen 1933 en 1942 had geschreven had zij nog aan een goede vriendin kunnen geven. Na vergeefse publicatie in de jaren ’50 raakten de schriften en brieven in de vergetelheid. Na het overlijden van de vriendin in 1995 kwamen ze weer boven water en na jarenlange redactie werden de dagboeken in 2007 uitgegeven. Al snel werd er gesproken van de Noorse Anne Frank.

 

Het Vigelandpark is eigenlijk ontstaan uit een afspraak tussen de stad Oslo en Gustav Vigeland (1869-1943). In 1921 tekende de toen al beroemde beeldhouwer een contract met de stad. Daarin stond dat hij alle werken die Vigeland had gemaakt en nog in zijn bezit had en alles wat hij nog zou gaan maken, zou afstaan aan de stad. In ruil daarvoor kreeg Vigeland de beschikking over een groot atelier en natuurlijk een vergoeding per gemaakt beeld. Daarna stelde de stad een deel van het Frognerpark ter beschikking. Vigeland kon dit naar believen inrichten met zijn beelden. Hij is hier met veel energie en toewijding mee doorgegaan tot aan zijn dood in 1943.

 

Om het beeld van Oscar Mathisen te zien moest ik naar een uithoek van het Frognerpark. Op de hoek van Kirkevejen en Middelthuns gate stond het verscholen onder de bomen, met de rug naar het stadion waar hij een kleine eeuw geleden zijn grootste triomfen vierde. Bij de opening van het Frognerstadion in 1914 reed hij hier met 43.7 gelijk een wereldrecord op de 500 meter. Uit het goede Noorse hout gesneden iemand om niet te vergeten. Net als de kunstwerken van zijn landgenoten Munch en Vigeland.

17
okt
12

De Kathedraal van Chartres

 

 

 

 

Schilderen met licht

Door Rodin is de Kathedraal van Chartres ooit de ‘Acropolis van Frankrijk’ genoemd. Volgens anderen is de kerk eigenlijk niet meer dan een raamwerk voor de 176 vensters met glas in alle denkbare kleuren. De kathedraal werd tussen 1194 en 1220 gebouwd in opdracht van de lokale bisschop Renaud.

 

Onwetend per trein

Ergens begin jaren ’80 trok ik interrailend door Frankrijk. Net buiten Parijs vroeg een Franse medepassagier mij wat die dag mijn bestemming was. Als aankomend geograaf vertelde ik hem dat de reis naar St. Malo ging. Nergens anders in Europa is het getijverschil groter dan in de oksel van Normandië en Bretagne. Hij snapte mijn enthousiasme, maar begreep niet dat ik daarbij Chartres links liet liggen. Want het kon niet dat ik in Frankrijk was zonder de Koningin van de Kathedralen gezien te hebben.

Klein en nietig

Ik heb in de jaren die nog zouden volgen regelmatig ergens spijt van gehad. Zo niet die dag van de beslissing dat St.Malo best even kon wachten. Een dag later werd het ook daar weer gewoon twee keer eb en vloed. Met een grote glimlach zag de Fransman dat ik in Chartres uitstapte. “Pas op voor de overweldiging!” riep hij mij nog na. Direct na binnenkomst begreep ik zijn waarschuwing. Zo klein als toen heb ik mij nooit meer gevoeld. Overweldigd door het wonder van licht. Door meer dan 2000 m2 gebrandschilderd glas werd hier door Sint Apollinaire met licht geschilderd.

Het raam van Karel

Ik zag direct dat ik tijd tekort zou komen. Net als toen is het hier onmogelijk om alle verhalen van het gebrandschilderde glas op te schrijven. Ik beperk mij tot het zogenaamde Karel de Grote-raam links achterin het koor. Dit metershoge venster bestaat uit 24 verschillende verhalen uit het leven van Karel de Grote. Het belangrijkste onderdeel hier is de overhandiging van de relieken. Karel de Grote krijgt hier de Sancta Camisa, het kleed dat de Maagd Maria gedragen zou hebben bij de geboorte van Jezus. Het was een cadeau van Contantijn IV aan Karel de Grote. Deze bracht het van Constantinopel naar Aken en daarna schonk zijn kleinzoon Karel de Kale het in 876 aan Chartres. Het werd uiteindelijk het belangrijkste reliek van de kathedraal van Chartres.

Eeuwige reclame

De namen van de makers van deze ramen zijn verdwenen in de mist van de geschiedenis. In de film ‘Two for the Road’ zegt Albert Finney hierover tegen Audrey Hepburn: “Nobody knows the names of the men who made it. To make something as exquisite as this without wanting to smash your stupid name all over it. All you hear about nowadays is people making names, not things.” Maar de middeleeuwse mens was moderner dan wij vaak denken. Bij heel veel vensters worden op het onderste onderdeel de sponsoren van de kerk uitgebeeld. Zo zien we op het Karel de Grote-raam onderin de bontwerkers. Eeuwige reclame en iedereen die het prachtig vindt.

 

Noot: Voor iedereen die vanuit zijn luie stoel de vensters wil bekijken:

25
sep
12

De Dans – Henri Matisse

 

 

Apollo vs. Dionysus

Dit schilderij liet mij niet meer los toen ik deze foto afgelopen zomer in het NRC zag staan. Toen ik er later achterkwam dat er een witte krijtlijn was weggehaald wist ik zeker dat degene die deze foto had uitgekozen, was geïnspireerd door ‘De Dans’ van Matisse. Daarom moest dit wel de eerste nazomerse kunsttweet worden.

 

Ik zag dit schilderij vorig jaar op de prachtige tentoonstelling ‘Van Matisse tot Malevich’* in de Hermitage aan de Amstel in Amsterdam. Allemaal schilderijen afkomstig van de grote broer in Sint Petersburg. Dit was trouwens een tentoonstelling die prima zou passen in het afgelopen weekend heropende Stedelijk Museum. Ik werd overweldigd door het kleurgebruik. Voor de latere abstracte schilders zou het de gewoonste zaak van de wereld worden, maar aan het eind van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw is het nog helemaal niet gebruikelijk zo kwistig met slechts enkele felle kleuren te smijten.

 

In het schilderij zijn nog goed de sierlijke lijnen die de Art Nouveau beroemd hadden gemaakt te zien. Maar de aandacht wordt daarvan afgeleid door het rood van de lichamen en de koele kleuren op de achtergrond. We weten dat het blauw de lucht moet voorstellen en het groen gras is. Maar het is aan de vorm niet te zien. Alsof de schilder afscheid neemt van de ‘oude tijd’ en alvast een voorschot neemt op de abstracte toekomst.

 

Samen met het schilderij ‘De Muziek’, waarop het lijkt alsof de dansers zich hebben neergezet en twee van hen een instrument ter hand hebben genomen, is ‘De Dans’ ook van grotere symbolische betekenis. Analoog aan de filosofie van Nietzsche moeten zij de twee tegenpolen in de kunst  voorstellen. Aan de ene kant is daar de rustige, kalme Apollo. De dromerige oppergod die streeft naar orde en regelmaat. Aan de andere kant is daar Dionysus. De extatische god van de wijn die floreert waar chaos heerst. Volgens Nietzsche komt deze tweedeling in alle kunstvormen voor. Matisse laat hier zien dat dit ook voor zijn werk en dus de schilderkunst geldt.

Misschien geldt dat ook wel voor de hockeyers van de foto. En al hun sportende collega’s.

 

*De titel dekte helaas niet helemaal de lading. Er hingen veel schilderijen van Matisse, maar slechts één werk van Malevich. Ik had mij stiekem verheugd op meer.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20
sep
12

Kunsttweets: De spelregels (Een nieuw seizoen)

Alweer het derde seizoen kunsttweets. Op twitter beschrijf ik in 140 tekens een kunstwerk. Aan jullie te raden welk. Op dit blog verschijnt dan later een kort achtergrondverhaal over het kunstwerk in kwestie. Vanaf 20 september 2012 zal ik regelmatig op donderdag de kunst in al zijn facetten behandelen. Zo zou er ook zomaar eens muziek voorbij kunnen komen.Maar ook vaak genoeg nog ‘gewoon’ een schilderij. Je hebt tot zondagavond 23.00 uur om in te sturen.

PS. Met ingang van 20 december beperk ik mij tot kunstwerken die in Nederland te zien zijn.

De Nederlandse kunstwerken tot nu toe:

Gedachtenistafel van de Heren van Montfoort

Hoofdpostkantoor Utrecht – J.Crouwel jr.

Het melkmeisje van Vermeer

bankbiljet 250 gulden, ‘de vuurtoren’ – r.d.e. ‘ootje’ oxenaar en j.j. kruit

ossip zadkine – de verwoeste stad

de anatomische les van dr. nicolaes tulp – rembrandt

de molen bij wijk bij duurstede, jacob van ruisdael

suprematisme, zelfportret in twee dimensies, kazimir malevich

de stier van paulus potter

rietveld schröderhuis – gerrit rietveld

de aardappeleters – vincent van gogh

victory boogie woogie – piet mondriaan

Puntentelling:

Kunstwerk: 2 punten

Schepper: 1 punt

Bonus:

Snelste inzender: 1 punt

Insturen als DM: 1 punt

De opgave van 28/1 2013:

Schermafbeelding 2013-01-29 om 12.14.13

DE STAND (per 23/11)

13 punten: @Hikikobo @Touaregtweet

12 punten: @IreneDriessen @DEereszet @RJKoopmans

11 punten: @Kanteldenker

9 punten:  @RinaRosier

8 punten: @EricSchuuring @HinkeWiersma @AdvanderZee @EJPol @Ton65Jacobs @Poerakpukje @andersgezegd @frank_off @ookhilde

7 punten: @Dalvoorde

5 punten: @fzwaan @Rutno

4 punten: @KeesdeKroko @Hilketol @Loesol @SylviaHageman @MvdBelt @manonsas @hellakuipers @MarleenvdWiel @Eehaka

2 punten: @natasjakel

1 punt: @BerdtvR @aleurs

04
jun
12

Georges Seurat – Une Baignade, Asnières

Impressionisme

Behoudens enkele periodes van hevige verliefdheid ben ik nooit zo’n fan geweest van het impressionisme. Volgens de kunsthistorici braken zij met de gevestigde orde. Ik vond het vaak toch iets te braaf, iets te gelikt. Pas iemand als Vincent van Gogh durfde te gaan smijten. Bij hem zie je klodders in plaats van streken en stippen.

Trein en foto

Toch waardeer ik de stroming in zijn tijd. In de tweede helft van de 19e eeuw veranderde de wereld zo drastisch en in het impressionisme is dit terug te vinden. De fotografie en de snellere wereld door de opkomst van de trein zijn volgens mij zichtbaar in de schilderkunst. Vooral dat laatste is volgens mij goed te verklaren. Nog nooit had de mens het landschap zo snel aan zich voorbij zien trekken. Scherpe stilstaande beelden gingen bewegen. Kleuren gingen door elkaar heen lopen, vormen vervaagden. Mannen als Monet, Degas en Renoir gingen naar de wereld kijken met hun versnelde brein. Tel daarbij de opkomst van de fotografie en je begint de impressionistische kunstenaar te begrijpen.

 

Vliegtuigen

Zo moeten Seurat en Signac dat ook hebben gezien. Beelden opgebouwd uit allemaal puntjes. Van dichtbij zie je alleen maar afzonderlijke stippen in verschillende kleuren. Op afstand wordt het plaatje zichtbaar. In ‘Une Baignade, Asnières’ smokkelde Seurat nog door ook voor de afzonderlijke stippen de kleuren te mengen. In zijn andere beroemde schilderij ‘Un dimanche après-midi à l’Île de la Grande Jatte’ heeft elke stip zijn eigen kleur. De afstand zorgt voor de menging van de kleuren. Het lijkt wel of met het sneller gaan van de techniek ook de schilderkunst zich ontwikkelde. Nadat de gebroeders Wright de mens liet vliegen werd de schilderkunst abstracter. Of is dit allemaal iets te kort door de bocht.

 

PS. Dit was de laatste kunsttweet voor de zomer. In september ga ik verder en begint iedereen weer op nul. Ik maak binnenkort de winnaar van deze ronde bekend.

14
mei
12

Campbell’s Soup – Andy Warholl (1962)

Populaire Blikken

Ik heb iets tegen blikken. Jarenlang deed ik mee aan de moeilijkste puzzel die Nederland rijk is, de King William Trouw Test. In de beginjaren was er altijd een vraag over blikken. Beschuitblikken, cacaoblikken, koekblikken. Weliswaar geen soepblikken, maar ik kan eigenlijk geen blik meer zien. Nou wordt dat steeds eenvoudiger. Steeds minder producten worden in blik verkocht, zelfs soep zit tegenwoordig in een pak of een zak.

Popart

In de jaren ’50 kwam in de VS en Europa de Pop-art op. Een pretentieloze manier van kunstmaken waarbij vooral alledaagse voorwerpen een hoofdrol speelden. Daarmee zette deze kunstvorm zich duidelijk af tegen stromingen als het abstract expressionisme*. Zo blies Roy Lichtenstein onderdelen van een strip op tot enorme proporties. Zodat zelfs het kleinste raster als vette punten zichtbaar werd.

De Zweeds-Amerikaanse beeldend kunstenaar Claes Oldenburg deed hetzelfde met dagelijkse gebruiksvoorwerpen. Iedereen kent wel de meer dan levensgrote blauwe troffel die de beeldentuin van het Kröller-Müller museum staat.

Andy Warhol 

Verreweg het bekendst is wellicht Andy Warhol. Dit komt waarschijnlijk ook door zijn flirt met die andere populaire kunstvorm, de popmuziek. Het bekendst is zijn samenwerking met de Velvet Underground van Lou Reed en de zijnen. Daarnaast had hij contact met veel andere muzikanten en dan met name op het gebied van hoesontwerpen. Zo ontwierp hij de hoes van ‘Sticky Fingers’ van de Rolling Stones. Een misverstand is dat hij ook verantwoordelijk is voor hun wereldberoemde tong die op datzelfde album voor het eerst te zien is. Dat is een ontwerp van een zeker John Pasche.

Iconische beroemdheden

Ook het vereeuwigen van personen op zogenaamde zijdedrukken heeft hem veel bekendheid bezorgd. Wie kent niet de iconisch beeltenissen van Marilyn Monroe. Iets minder beroemd zijn de ‘Regerende Koninginnen’ uit 1985. Naast onze eigen Koningin Beatrix zien we daar Koningin Elizabeth van het Verenigd Koninkrijk, Koningin Margrethe II van Denemarken en Koningin Ntombi laTfwala van Swaziland.

32 smaken soep

Maar het begon allemaal met de soepblikken. Zoekend naar een eigen stijl binnen de popart schilderde hij in precies 50 jaar geleden 32 varianten van Campbell’s soup. De enige variatie zat hem in de smaak. Verder waren het allemaal dezelfde roodwitte blikken. Niet iedereen kon deze vorm van kunst waarderen. Galeriehouders in New York wilden er niets van weten en Andy Warhol week uit naar San Francisco. Een concurrerende galeriehouder daar zette echte blikken in de etalage en verkocht die voor 20 cent per stuk!

15 minuten beroemd 

Dit alles maakte Warhol niet zoveel uit. Als hij maar beroemd werd. Al wilde hij liever wel langer dan 15 minuten beroemd zijn. Want dat zou iedereen al worden getuige zijn uitspraak: “In the future everyone will be famous for fifteen minutes”

* Het schilderij Orange,Red,Yellow van een van haar vertegenwoordigers, Mark Rothko leverde begin mei op een veiling 86,9 miljoen dollar op.

01
mei
12

De Venus van Milo – Alexander van Antiochia (waarschijnlijk)

Beeld van een moeder

In de prehistorie was de vrouw als drager van het nieuwe leven, de moeder en de hoeder van de mensheid. Het was in die tijd misschien nog wel riskanter om zwanger te zijn dan om op jacht te gaan naar allerlei levensgevaarlijke beesten. Voedsel was noodzakelijk, maar nageslacht was het allerbelangrijkste. In dat licht moeten wij dan ook de vele Venusbeelden uit die tijd zien. De bekendste is misschien wel de Venus van Willendorf. Een kalkstenen beeldje van een vrouw waarbij vooral de stevige benen, de uitgesproken venusheuvel, de dikke buik en de grote borsten opvallen. Verder heeft het een hoofd zonder gezicht en geen armen. Alle aandacht is gericht op de buik van de moeder waarin het nieuwe leven, de toekomst van de mensheid, groeit. Na de vondst van dit beeldje zijn er elders in Europa nog meerdere gevonden, die er allemaal ongeveer hetzelfde uitzien.

Het contrast met de Griekse en Romeinse venusbeelden lijkt groot. Het beroemdste van deze beelden is waarschijnlijk de Venus van Milo. Deze Venus voldoet veel meer aan het huidige schoonheidsideaal met een platte buik en niet al te grote borsten. Dit beeld heeft ook duidelijk een gezicht gekregen. De aandacht van de kijker is naar boven verschoven. De enige, toevallige overeenkomst tussen de Venus van Willendorf en de Venus van Milo is het ontbreken van de armen. Bij de Venus van Milo zaten die er oorspronkelijk echter wel aan. De appel die zij zeer waarschijnlijk in haar linkerhand hield maakt het contrast tussen beide venusbeelden kleiner. Zeker als we weten dat Gaia, de godin van de aarde, Hera bij haar huwelijk met Zeus een appel schonk als symbool van de vruchtbaarheid en dat in het oude Athene jonggehuwden bij het betreden van het bruidsvertrek eerst een appel aten. Ook de Venus van Milo is een verbeelding van de Moeder, nu met ruimte en aandacht voor uiterlijke schoonheid.

In de loop van de eeuwen komen we de Venus steeds weer tegen. Niet alleen in beelden, ook op schilderijen. Het beroemdst is waarschijnlijk ‘De Geboorte van Venus’ van Botticelli. Ook minder bekende schilders verwijzen soms naar de bekendste Venus. Zo zien we in het schilderij ‘Ochtendtoilette’ van de Deense schilder Christoffer Wilhelm Eckersberg duidelijk de gespiegelde rug van de Venus van Milo. Helaas ontbreekt hier de appel. Vrij recent slaagde de Britse kunstenaar Marc Quinn erin de beide Venussen te combineren. In zijn beeld van de zwangere Alison Lapper, dat tijdelijk de Fourth Plinth op Trafalgar Square sierde, ontmoeten de Venus van Willendorf en de Venus van Milo elkaar.




Archief