Posts Tagged ‘Fysische Geografie

11
jul
14

Geografie van de Tour; De onthoofding bij Toul

maas moezel meurtheVandaag heeft de Tour oog voor geschiedenis. Rijden langs Verdun is een hommage aan de wielrenners die hier stierven. Vrijwel nergens werd zwaarder gevochten dan rond Verdun. Maar ik wil stilstaan bij een ander stukje historie, geografische historie. Veertig kilometer voor de finish in Nancy komt het peloton door Toul. Hier in Toul heeft een gruwelijke onthoofding plaatsgevonden. Een onthoofding waar niemand in het peloton weet van heeft. Dat komt omdat de onthoofding meer dan 200.000 jaar geleden heeft plaatsgevonden. Bij Toul is namelijk de Maas onthoofd.

 

stroomgebied maas meuse_01Graniet uit de Vogezen

Tot die tijd was de bovenloop van de Moezel, die hier bij Toul rechtsaf slaat om in noordoostelijke richting de Rijn op te zoeken. Tot aan die onthoofding was de Moezel tot aan Toul de bovenloop van de Maas. Dit weten wij omdat we in de Maasterrassen in Limburg zand en kiezels terugvinden afkomstig van gesteenten zoals een graniet die alleen in dat deel van de Vogezen voorkomt waar nu de Moezel stroomt. Maar waarom is de Maas dan onthoofd?

 

De onthoofding bij Toul

onthoofding 220px-Capture_fluvialeBij Toul stroomde de Maas over een soort van vlakte. Aan de rand van die vlakte ontsprongen ook kleine riviertjes die niet richting Maas, maar richting Rijn stroomden. Een daarvan was wat nu de Moezel is. In die tijd was dit mini-Moezeltje een klein zijriviertje van de Meurthe. Omdat we ruim 200.000 jaar geleden in de voorlaatste ijstijd zaten, het Saalien, sneden in die tijd de rivieren zich niet in, maar zetten zij dikke pakken zand en grind af. Dit was in vorige ijstijden ook al gebeurd. De Maas meanderde toen niet, maar was een zogenaamde verwilderde rivier. Omdat de bron van de mini-Moezel vlakbij die brede verwilderde Maas lag, gebeurde het soms dat bij een grote afvoer, bijvoorbeeld in het voorjaar als er veel ijs en sneeuw in de Vogezen smolt, het water als het ware overstroomde en niet alleen via de Maas maar ook via de mini-Moezel wegstroomde. Omdat het dal van de mini-Moezel steiler was, stroomde het water hier sneller en makkelijker weg en sneed de rivier zich ook nog eens extra in. De bron kwam hierdoor nog dichter bij de Maas. Tot op een gegeven moment het water uit de Vogezen altijd de mini-Moezel uitkoos als afvoer. Toen was de bovenloop van de Maas de bovenloop van de Moezel geworden. Omdat deze meer water afvoerde dan de Meurthe werd de Moezel de hoofdrivier en de Meurthe een zijrivier. Terwijl eerst de mini-moezel een zijrivier van de Meurthe was. Ondertussen was de Maas zijn hele bovenloop kwijt en ontspringt de Maas vandaag de dag op het veel lager gelegen plateau van Langres.

 

Recente geschiedenis

Peutinger_table,_Roman_road_Reims_MetzDe mens heeft ook gebruik gemaakt van de vlakte rond Toul en de laag gelegen waterscheidingen tussen de verschillende riviersystemen. De Romeinen legden er niet voor niets een oostwest lopende weg aan. En in de 19e eeuw werd hier het Marne- Rijnkanaal gegraven. De wielrenners fietsen van Verdun naar Toul bijna de gehele weg over de waterscheiding tussen Maas en Moezel. En in Nancy ligt de finish bijna aan de oevers van de Meurthe.

18
okt
12

Ken je kikkerlandje; De geografie en haar historie

Na Kunst uit een recent en minder recent verleden (#Kunsttweet) en Muziek en zijn Geschiedenis (#MGTweet) is het tijd voor de Geografie en zijn Historie (#Geotweet).

Ik begin weer met een raadseltweet (op Twitter en Facebook) waar punten mee zijn te verdienen. Daarna zal ik op mijn blog iets vertellen over dit geografische fenomeen en de ontstaansgeschiedenis. In eerste instantie beperk ik mij tot Nederland. Het kan gaan om vormen uit zowel de fysische geografie als de historische geografie.

Zoals het er nu naar uitziet plaats ik het raadsel woensdagavond (bij uitzondering op donderdag of vrijdag). Iedereen heeft tot zondagavond de tijd om in te sturen.

PS. Je mag altijd om een hint vragen.

Puntentelling:

Lokatie: 2 punten

Geografisch fenomeen: 1 punt

Waar in Nederland nog meer: 2 punten

Bonus:

Snelste inzender: 2 punten

Uitgebreide info over lokatie met film of beeld: 1 punt

Inzenden als DM: 1 punt

Inzenden via mail: 1 punt

(voor deelnemers via Facebook of anderszins: lucasbezembinder@gmail.com)

PS. Het plaatje hierboven heeft niets met het raadsel te maken.

De #Geotweet van 22 -02 – 13:

tweet geo 22 feb

Punten per 11/2 2013

64 punten: @AdvanderZee

51 punten: @EricSchuuring

50 punten: @Touaregtweet

37 punten: @RJKoopmans @RZ8e

34 punten: @RinaRosier

30 punten: @Fzwaan

29 punten: @loesol @Berdtvr

28 punten: @vlunk

26 punten: @MirjamJochemsen @MvdBelt @Eehaka

25 punten: @salsalady

22 punten: @Algra @Gingeraleplus

21 punten: @Poerakpukje @ManonSas

20 punten: @ookHilde @Hilketol @Dalvoorde

16 punten: @kanteldenker

14 punten: @Hinkewiersma

13 punten: @Onagigu

11 punten: @EricaNagelhout @Hikikobo @Rutno @AaksterW

8 punten: @waldekker @emmjee @0ngast @trema_nl

7 punten: @Marcelrdejong @_Christa_J @ton65jacobs

6 punten: @kneliestonie @Medicalfacts

5 punten: @RinaRosier @NiekvanLeeuwen @Pixeljunky @esprifototweet @frank_off @marike1212 @mouseenco

4 punten: Gerard van de Schootbrugge (FB) @lvensenlaar

3 punten: @EJPol @KeesdeKroko

2 punten: @Andersgezegd

1 punt: @Natasjakel

24
jun
11

Een schilderij in 140 tekens: De Molen bij Wijk bij Duurstede, Jacob van Ruisdael (1670)

1987. Ik was vierdejaars student Fysische Geografie. In het Rijksmuseum werd de tentoonstelling ‘Onze Meesters van het Landschap’ vertoond. Nieuwsgierig hoe de 17e eeuwse schilder tegen het landschap aankeek, toog ik met een jaargenoot naar Amsterdam. Vooral in de hoop allerlei landschapskenmerken waarover wij werden onderwezen te herkennen. Niet alleen rivieren en stranden, maar ook duinen, stuwwallen en misschien wel overslagen en donken. Wat dat betreft was de oogst lichtelijk teleurstellend. Meestal was de scène het belangrijkst en diende het landschap slechts als decor. Er was dan weinig of geen aandacht besteed aan de kleinschaligere landschapselementen. Er was veel vee op de schilderijen te zien, met molens op een goede tweede plaats. Soms werden er heuse bergen geschilderd omdat de betreffende schilder een ‘Grand Tour’ naar Zuid-Europa had gemaakt en soms ontvouwde zich zelfs een Zuid-Amerikaans landschap zoals bij Frans Post.  We zien daar een capibara aan de oever van een brede rivier ergens in Brazilië.

Ook Rembrandt  schilderde landschappen. Als meester van het licht wist hij de hoofdpersonen prachtig in beeld te brengen. Nadeel was wel dat de rest van het landschap letterlijk onderbelicht bleef. Veel schilders, en dat was natuurlijk niet meer dan logisch werden gefascineerd door het vele water. Salomon van Ruysdael en Hendrick Avercamp zijn hiervan twee voorbeelden. De ene schilderde veel riviergezichten met zeilschepen daarop. De andere voelde zich meer op zijn gemak als het stevig had gevroren. Volgens velen is het bewijs van de ‘Kleine IJstijd’ op zijn schilderijen zichtbaar. Alles en iedereen bevindt zich op het ijs op de schilderijen van Avercamp.

Een typisch voorbeeld van een Hollands landschap zien we wel op een schilderij van Meindert Hobbema, Het laantje van Middelharnis. Het vlakke rechtlijnige landschap van Nederland ten voeten uit. Mooi onderbroken door de lange, licht kronkelende berken.

Twee schilders die er voor ons als Fysisch Geografen het best in slaagden om het landschap mooi naar voren te laten komen waren Jan van Goyen en Jacob van Ruisdael. Een fraai voorbeeld is het ‘Gezicht op Rhenen’ van van Goyen. We zien de Nederrijn stromen, aan de voet van het laatste stukje stuwwal van de Utrechtse Heuvelrug. De Cuneratoren van Rhenen staat weliswaar centraal. Hogerop zien we twee molens op een nog bijna boomloze en daardoor duidelijk zichtbare Grebbeberg. Van Jacob van Ruisdael zijn vooral de schilderijen’ Landschap met Korenveld’ en ‘Gezicht op Alkmaar’  landschappelijk erg fraai. Bij dit laatste schilderij is mooi te zien dat de schilder in de duinen rond Castricum moet hebben gestaan. Op de voorgrond zien we duidelijk een kronkelig en hobbelig zandpad lopen. Op de achtergrond het vlakke veenweidegebied rond de kaasstad.

Op het schilderij van deze week is eigenlijk niet eens zoveel landschap te zien. Het schilderij wordt overheerst door de grote, vieswitte molen met stilstaande wieken. Goed te zien aan de slaphangende  doeken. Links daarvan stroomt de Lek, een paar meter daarvoor heette deze nog de Nederrijn met daarop een scheepje. Ook daaraan is te zien dat het bijna windstil was. Het bootje ligt bijna stil. Grappig is nog te vermelden dat voor de molen drie vrouwen staan. Eigenlijk had de schilder hier de Vrouwenpoort moeten schilderen. Om het uitzicht op de molen niet te bederven heeft hij dit grapje met ons toeschouwers uitgehaald. Wetend dat drieeneenhalve eeuw later niemand van deze geschiedvervalsing wakker zou liggen. Waarom ik toch voor dit schilderij heb gekozen? Vanwege de lucht met de dreigende wolken. Dat dit als typisch Hollands geldt, hebben we de afgelopen weken zelf mogen constateren. Op Twitter kwam menig foto voorbij waarbij de Ruisdael-lucht het onderwerp was. Een term die ik nog steeds bezig en die dit schilderij tot HET typische landschapsschilderij maakt. Want het Nederlandse landschap kan niet zonder een wolkenlucht waar elk moment een bui uit kan vallen. Met dank dus aan Jacob van Ruisdael.

 

23
nov
10

Reis om de wereld in 80 tweets (tweet 25)

TWEET 25: TRONDHEIM – SKOGANVARRE

Vorige maand stierf Harry Mulisch, de laatste van de ‘Grote Drie.’ Als we het toch over hokjes moeten hebben, spreek ik trouwens liever over de ‘Grote Vier,’ want Jan Wolkers had die aansluiting zeer zeker verdiend. Om die ‘Grote Vier’ dan weer te rangschikken gaat mij iets te ver. Want boeken kun je niet bij elkaar optellen, al gaf ik zelf in een ver verleden de door mij gelezen boeken wel een cijfer. Maar dat was allemaal zeer subjectief. Zo is het mooiste boek van W.F.Hermans in mijn ogen ‘Nooit meer slapen.’ Dat komt niet in de laatste plaats omdat het mij meesleurde mijn studie in. Ik ben geen Fysische Geografie gaan studeren dankzij hem, maar met hem. Dit boek lag altijd naast mijn studieboeken. Als aanmoediging en als waarschuwing. Misschien wel daarom ben ik nooit als Fysisch Geograaf werkzaam geworden. Maar wat je ook doet, waar je ook wandelt, Fysisch Geograaf blijf je altijd. Vraag dat maar aan iedereen die ooit met mij aan de wandel is geweest.

 

“De bus rijdt verder, stopt nog een tijd in Russenes, rijdt dan weer verder.

Om half elf stappen Arne en ik voergoed uit in Skoganvarre.”

blz. 79 uit ‘Nooit meer Slapen’

 

“Ik probeer mij in te denken wat het zijn moet om je hele leven door te brengen in Skoganvarre. Er zijn altijd mensen geweest die nooit iets anders gedaan hebben dan eten, drinken, slapen, jagen, vissen. En ‘s winters? De eerste sneeuw valt hier geloof ik al eind september. Ze zijn gedwongen de winter te besteden aan het voorkomen en bestrijden van allerhande onheil.”

blz. 81 uit ‘Nooit meer Slapen’

 

“Op een van de kaarten trek ik een cirkel met mijn wijsvinger.

– Deze gaten hier, worden algemeen voor doodijsgaten gehouden, nietwaar?

Arne buigt zich voorover om goed te kijken.

– Dat is te zeggen, de laatste tijd wordt ook wel beweerd dat sommige van die gaten pingo’s zouden kunnen wezen.

– Nou ja, de nieuwste modekreet. Maar weet je wat Sibbelee denkt? Dat het meteoorkraters zijn.

– Meteoorkraters?”

blz. 85 uit ‘Nooit meer Slapen’




Archief