Archive for the 'Wielrennen' Category

07
sep
14

De Vuelta: Op zoek naar de zwaarste col van Europa

Schermafbeelding 2014-09-07 om 13.40.13“Ik vrees een uitputtingsslag zoals die Tommy Simpson op de Mont Ventoux ooit het leven heeft gekost,” riep Abraham Olano angstig. De man die later voor de Vuelta op zoek ging naar steeds steilere hellingen was in 1999 de titelverdediger.

Zoekt …

In de schaduw van de berg was de temperatuur al tot onder het nulpunt gezakt. Voor het eerst zouden de renners in 1999 in de Vuelta de Alto de El Angliru gaan beklimmen. Hadden de organisatoren eindelijk een berg gevonden van het kaliber Alpe d’Huez of Passo di Mortirolo? Al jaren was men zoekende geweest naar een klim die de Vuelta kon beslissen. Waar op de top de gladiolen klaarstonden of waar de dood zegevierde. De aankomsten op Lagos de Covadonga, Calar Alto of Alto de Valdepeñas waren fraai, maar het moest heroïscher. Het werd tijd voor legendes.

… en gij zult vinden

Eind jaren negentig stapte Miguel Prieto het kantoor van de toenmalige Vuelta-directeur Victor Cordero binnen. Hij had in Asturië een klim gevonden waar alleen de allerbesten nog op de fiets zouden blijven zitten. Soms leek het asfalt er loodrecht omhoog te wijzen. Prieto was bij Victor Cordero precies aan het goede adres. Voor de man die ooit het idee bedacht om de Vuelta met twee pelotons te starten die elkaar zouden opjagen, waren de bizarste ideeën nog niet gek genoeg. Toen Prieto was uitgepraat wist Cordero het zeker, dit werd de zwaarste col van Europa.

Steil, steiler, steilst

Het zijn niet de lengte en de hoogte die de Angliru verschrikkelijk maken. Na 12,5 kilometer klimmen bevindt men zich slechts op 1540 meter hoogte. Dat is ook niet het gemiddelde stijgingspercentage dat met 10,1 % ook wel meevalt. Nee, dat is het venijn in de spreekwoordelijke staart. De laatste drie kilometer is niet meer dan een steil geitenpad dat begint met een stuk van meer dan 23%. Iedereen die dit heeft overleefd krijgt als toetje nog twee stukken van 18% en 21% voor de wielen. Alleen de besten komen hier nog fietsend vooruit.

Heroïek

Kreeg Olano gelijk? In ieder geval niet in 1999 en 2000. De klim was zwaar die jaren maar niet heroïsch. Dat kwam in 2002. Hagel, regen en mist teisterden niet alleen het peloton, maar ook de berg. De Angliru was nu niet alleen steil, maar ook ongenaakbaar. Renners vielen om, gleden uit en kwamen soms zelf lopend niet omhoog. Volgwagens die stil kwamen te staan, konden niet meer verder. Hun wielen slipten op de spekgladde namen van de renners die hier op het asfalt waren geschilderd. Lekke banden konden niet verwisseld. Sommigen reden op hun velgen omhoog. Tranen vermengden zich met het regenwater. Alleen Roberto Heras was onwetend van al deze ellende. Hij won hier niet alleen de etappe, maar ook de Vuelta. De Brit Robert Millar die maar liefst drie keer tegen het asfalt was geklapt, kneep een meter voor de streep in de remmen om de organisatie demonstratief zijn rugnummer te overhandigen. Aan deze barbarij wenste hij niet meer mee te doen. 

De winnaar op de berg, wint in Madrid?

Pas zes jaar later durfde de organisatie het weer aan. In 2008 waren de berg en de Vuelta van Alberto Contador. In 2011 wist de winnaar van de etappe naar Alto de El Angliru, Juan José Cobo, ook de eindzege in de Vuelta te pakken. De Ronde van Spanje leek eindelijk zijn berg te hebben. Ook al kent vrijwel niemand meer de winnaar van 2013, de Fransman Kenny Elissonde. 

De zoektocht duurt voort

Dus gaat de zoektocht toch nog steeds door. In 2012 werd voor de eerste keer de Cuitu Nigru beklommen. Bijna drie kilometer extra klimmen bovenop de al bekende Pajares waar voor het laatst in 1989 de finish lag. Een pad met een maximaal stijgingspercentage van 25% dat nog niet zo lang daarvoor was geasfalteerd moest de Angliru naar de kroon steken. “Dit wordt het hoogtepunt van de Vuelta dit jaar,” zei Abraham Olano trots bij de presentatie van de route. Niemand kwam die dag tegelijk over de streep. Alleen het verschil tussen de drie Spaanse favorieten, Rodriquez, Contador en Valverde was respectievelijk slechts 2 en 19 seconden. Daarachter vielen wel grote gaten, maar de Vuelta werd er niet beslist. 

In 2014 heeft men in de Picos de Europa ook weer een geitenpad gevonden dat van asfalt voorzien door de renners bedwongen moest worden. Op zaterdag 6 september zagen wij eerst de kopgroep en een paar minuten later de favorieten aan de beklimming van de La Camperona beginnen. Helaas was het echt steile stuk, waar het routeboek 19,5% aangaf, maar de benen bijna 25% voelden, nog geen twee kilometer lang. Ook al leek menig renner stil te staan, de verschillen werden in seconden geteld. Froome was van de favorieten de beste. 1 seconde voor Rodriquez, 7 seconden voor Contador, 29 seconden voor Valverde. Gesink gaf 1’26” toen en Kelderman precies anderhalve minuut. Blijkbaar is een onwerkelijk stijgingspercentage alleen niet voldoende om legendarisch te worden. Een vleugje hagel en mist, temperaturen rond het vriespunt of een allesverzengende zon zijn blijkbaar onontbeerlijk. De Angliru heeft het geluk van noodweer gehad. Al duurt de zoektocht waarschijnlijk voort.

02
sep
14

Excuses aan Robert

robert gesinkIk moet mijn excuses aanbieden. Niet alleen aan alle wielerkenners die altijd maar bleven hopen en vertrouwen op een topprestatie van Robert Gesink, maar zeker ook aan Robert Gesink zelf. Aan de vooravond van de grote ronden waaraan hij ging deelnemen spraken zijn fans hardop over de doorbraak van Gesink als ronderenner. Ondertussen mompelde ik thuis iets over het gebrek aan karakter dat hem er zoals altijd van zou weerhouden om echt om de bovenste plaatsen mee te doen. Wijzend op zijn eigen voorzichtigheid als hem daags voor het vertrek gevraagd werd wat hij van zijn favorietenrol vond. “Die maakt hij dus niet waar,” riep ik dan tegen mijn huisgenoten, “als hij al niet door een valpartij is uitgeschakeld.” Ik zag zijn afwachtende woorden als de vertaling van zijn voorzichtige koersen. Daardoor bevond hij zich in mijn ogen altijd precies daar waar het peloton massaal onderuit ging. Waar ik in Joop Zoetemelk de weinige woorden altijd waardeerde, zag ik ze bij hem als zwakte. Als hij dan een keer won, bagatelliseerde ik dat door te zeggen dat dit aan de andere kant van de grote plas was. Montreal, California en Quebec konden in mijn ogen niet in de schaduw staan van Europese equivalenten als de Classica San Sebastian, de Ronde van het Baskenland en E3 Harelbeke. Ook al wist hij daar renners als Rui Costa, Ryder Hesjedal, Chris Horner en Peter Sagan zelfs tot drie keer toe, achter zich te houden. 

“Robert, zoals jij met pijn in het hart topprestaties kon leveren zonder het geringste excuus. Nooit hintte jij erop dat achter die iele borstkas een haperende bloedpomp schuilging. Alleen dat al vind ik met terugwerkende kracht een kast vol gele truien waard. Ik weet zeker dat jij terug gaat komen. Sterker dan ooit sta jij volgend jaar in Utrecht aan de start. Heel bescheiden, met het schaamrood nog op de kaken, zal ik vanuit de schaduw van de Domtoren zachtjes ‘Hup Robert’ roepen.”

26
jul
14

De Tour van 1914. Een eerbetoon in 15 etappes, deel 15 (slot)

15e etappe  Duinkerken – Parijs over 340 km (26 juli 1914)

Die zaterdag 25 juli 1914 houdt de wereld zijn adem in. Het ultimatum heeft de zaak in Europa op scherp gezet. “DE DREIGENDE OORLOG” kopt de Middelburgsche Courant in vette kapitalen. In Servië wordt druk vergaderd en in Rusland is het besef aanwezig dat ook dat land deels verantwoordelijk is voor de uitkomst van dit ultimatum. De toestand wordt daar als “zeer ernstig” beschouwd. Nogmaals wordt benadrukt dat Rusland zich achter Servië schaart. En tegelijk wordt gezegd dat het ultimatum logisch maar tegelijk fysisch onmogelijk is. We lezen ook dat Oostenrijk-Hongarije direct nadat het ultimatum is afgelopen en Servië niet positief reageert, het mobilisatiebevel geeft en direct met 350.000 man “met volle kracht tot den aanval” zal overgaan. Iedereen voelt dat een oorlog onvermijdelijk is.

Schermafbeelding 2014-07-25 om 16.43.02Een dag later is het zondag. De laatste etappe is onderweg naar Parijs en in Nederland verschijnt alleen de Nieuwe Rotterdamse Courant. Daarin lezen we dat even na zes uur zaterdagavond het antwoord van de Servische regering op de nota – het ultimatum – van Oostenrijk-Hongarije ingediend. “Het antwoord wordt onbevredigend geacht.” lezen wij. De Oostenrijkse gezant verliet om twintig over zes Belgrado alweer. Wordt het oorlog? Ja het wordt oorlog. Alle betrokken landen mobiliseren hun legers en een paar dagen na de finish in Parijs breekt de oorlog uit. De rest is geschiedenis.

De winnaars

De renners, maar ook de toeschouwers langs de weg, weten nog niet dat ze naar een bijzondere etappe staan te kijken. Het is nog donker als de renners in Café des Arcades in Duinkerken hun handtekening op de startlijst zetten. Gaat het Henri Pelissier dan vandaag lukken om alsnog als eerste in Parijs aan te komen? Of wint Philippe als eerste Belg twee Tours op rij?

et 15 thys_p3Als snel gaat Pelissier in de aanval. Helaas heeft hij pech dat ze het grootste deel van de route een stevige tegenwind hebben. Als eenzame vluchter is hij kansloos tegen het compacte peloton. Hij laat zich terugzakken en besluit te wachten tot ze vlakbij de hoofdstad zijn. Wat zijn nou 110 tellen? Die kan hij zelfs in de laatste kilometers nog pakken. Met nog iets meer dan 20 kilometer te gaan demarreert hij in Marly-le-Roi alsof zijn leven ervan afhangt. Hij gaat op de pedalen staan en kijkt niet achterom. Het is nu of nooit. Als het al een tijdje stil achter hem is, durft hij pas om te kijken. Het is hem gelukt. Nu doorfietsen en hopen dat de voorsprong genoeg is. Als hij bij Saint-Cloud de brug over de Seine overgaat wordt hij verrast door een haag van enthousiaste fans. Helaas helpen deze fans hem niet. Integendeel, de ruimte om tussen de toeschouwers door te fietsen is zo smal dat Pelissier bijna stil komt te staan. Hij probeert te schreeuwen dat ze aan de kant moeten om hem te laten et 15 1914-thys-cartinawinnen. Maar zijn stem weigert dienst. Een grote machteloosheid overvalt hem. Achter zijn ogen voelt hij dat hij niet gaat winnen. Als de eerste tranen over zijn wangen stromen, ziet hij drie renners aankomen. Aan kop herkent hij direct zijn grote rivaal Thys. Gevieren rijden zij naar de finish. Pelissier heeft nog wel de kracht om de etappe te winnen. Philippe Thys wint echter zijn tweede Tour de France. De voorsprong van 1’50” is tot dan toe de kleinste ooit in de Tour de France en dit record zal standhouden tot 1956*. Hoewel er uiteindelijk niets in het klassement verandert, is dit toch een bijzondere etappe geweest. Het is de allerlaatste etappe van voorlopig de laatste Tour. Pas in 1919 zullen de renners elkaar weer tegenkomen. Tenminste de renners die de gruwelen van de Eerste Wereldoorlog overleven.

De Tour van 1914 is een bijzondere Tour. Uiteraard vanwege de vele verliezers. Maar ook vanwege de vele winnaars uit het verleden en de toekomst. Aan deze Tours doen veel oud-winnaars en toekomstige winnaars van ‘s werelds beroemdste ronde mee:

Louis Trousselier (winnaar 1905)

Louis Petit-Breton** (winnaar 1907 & 1908)

François Faber** (winnaar 1909)

Octave Lapize** (winnaar 1910)

Gustave Garrigou (winnaar 1911)

Odile Defraye (winnaar 1912)

Philippe Thys*** (winnaar 1913, 1914, 1920)

Firmin Lambot (winnaar 1919, 1922)

Leon Scieur (winnaar 1921)

Henri Pelissier (winnaar 1923)

Lucien Buysse (winnaar 1926)

** Helaas zijn deze winnaar ook verliezers

*** We zullen nooit weten of Philippe Thys de beste wielrenner alle tijden geworden zou zijn. Vier kansen op een Tourzege zijn hem ontnomen en dat had zijn totaal van drie makkelijk op 5, 6 en misschien zelfs 7 overwinningen kunnen brengen. Zeker ook gezien de kracht van de ploeg waarin hij rijdt. De ploeg Peugeot wint 12 van de 15 etappes en tien van haar renners staan bij de beste 13 in het eindklassement van de Tour van 1914.

De verliezers

Maar liefst 17 wielrenners die in Parijs aan de start staan, overleven de gruwelen van de Eerste Wereldoorlog niet. Allemaal hebben zij een kort eerbetoon gekregen. Hier staan zij nog een keer onder elkaar:

Felix Preignac

Auguste Pierron

Pierre Stabat

Louis Bonino

Maurice Dejoie

Auguste Garnier

Emile Wirtz

Georges Tribouillard

René Cottrel

Henri Alavoine

Emile Lachaise

Emile Guyon

Emile Engel

Lucien Petit-Breton

Octave Lapize

Pierre Vugé

Francois Faber

Daarnaast sterven er in de oorlog nog veel meer wielrenners. Ik heb kort nog twee Fransen, een Duitser en een Oostenrijker het woord gegeven:

Auguste Trousselier

François Lafourcade

Alwin Vater

Ernst Franz

Enkele andere bekende wielrenners die na 1918 nooit meer op de fiets zullen stappen zijn:

Carlo Oriani; Italiaan en in 1913 winnaar van de Giro

Georges Parent: Fransman en oud-wereldkampioen stayeren op de baan

Emile Friol: Fransman en oud-wereldkampioen sprint op de baan

Marcel Kerff: Belg en 6e in de Tour de France van 1903

* In de Tour de France van 1956 is het tijdsverschil tussen winnaar Roger Walkowiak en nummer 2 Gilbert Bauvin slechts 1’25”. Het allerkleinste verschil wordt gemaakt in de Tour de France van 1989. Greg Lemond heeft aan het eind 8 seconden voorsprong op Laurent Fignon.

Ik heb heel veel gehad aan:

de site Renners in de Grote Oorlog

het boek: The Shattered Peloton: The devastating impact of world War I on the Tour de France (Graham Healy)

24
jul
14

De Tour van 1914. Een eerbetoon in 15 etappes, deel 14

14e etappe  Longwy – Duinkerken over 390 km (24 juli 1914)

Schermafbeelding 2014-07-24 om 12.04.57Als de renners zich op weg naar Duinkerken bevinden staan de kranten vol met twee woorden: “Ultimatum” en “Oorlog?” Donderdagavond 23 juli is het dan eindelijk zover. Oostenrijk-Hongarije heeft een ultimatum gesteld aan Servië. In de nota aan Belgrado staat dat Servië de verantwoordelijkheid voor de aanslag op Franz-Ferdinand op zich moet nemen. Schermafbeelding 2014-07-24 om 12.28.45Tevens moet Servië Oostenrijkse politieagenten op haar grondgebied toestaan om de moord verder te kunnen onderzoeken. Het ultimatum loopt af op zaterdag 25 juli om 6 uur ‘s avonds. Velen verwachten oorlog als Servië niet ingaat op de eisen, anderen koesteren nog de hoop dat het zo’n vaart niet zal lopen.

De winnaars

14e et FABER_01Vandaag gaat de rit door een gebied dat de komende vier jaar onherkenbaar wordt. De renners zijn nog onwetend van de gruwelen die daar al aan de horizon opdoemen. Een horizon waar de renners nog geen oog voor hebben. Met nog twee vlakke etappe voor de boeg lijkt de Tour de France van 1914 beslist. Thys staat bijna 32 minuten voor op Pelissier en gezien de laatste etappes wordt dit verschil niet meer overbrugd. Als we alleen naar het resultaat aan de finish in Duinkerken kijken dan lijkt er ook geen vuiltje aan de lucht voor de winnaar van 1913. Francois Faber wint zijn tweede etappe op rij en de twee concurrenten komen daarachter binnen in dezelfde tijd. Maar onderweg is er iets gebeurd. Tijdens de etappe komen Thys en Christophe met elkaar in botsing. Het wiel van Thys breekt in tweeën en hij kan niet verder. In die tijdt rijdt er niet een ploegwagen met extra fietsen of extra wielen mee. In de regels staat dat Thys zijn schade zelf moet repareren zonder hulp van buitenaf. Alleen als de schade niet te repareren is, dan mag hulp van buiten worden ingeroepen. Thys twijfelt. Hoe lang gaat de reparatie duren? Zit hij binnen een half uur weer op zijn fiets? Heeft hij aan de finish dan genoeg tijd over? Hij besluit een groot risico te nemen. In plaats van te gaan repareren, koopt hij een nieuw wiel. Hij weet dat hij een tijdstraf gaat krijgen, maar vreest met repareren langer kwijt te zijn. Nu kan hij snel weer verder en zijn grote concurrent weer bijhalen voor ze bij de finish in Duinkerken zijn. Daar hoort Thys dat hij een tijdstraf van 30 minuten krijgt. De Belg heeft nog 1 minuut en 50 seconden voorsprong op Pelissier. De laatste etappe wordt onverwachts nog erg spannend.

De verliezers

Zeventien renners die in Parijs aan deze 12e Tour de France begonnen overleven uiteindelijk de gruwelen van de Eerste Wereldoorlog niet. Gezien het grote aantal Franse deelnemers hebben de meesten de Franse nationaliteit. Het totale aantal wielrenners dat de oorlog niet overleeft is veel groter en daar zitten ook renners van de ‘vijand’  tussen. Hieronder twee wielrenners, een Duitser en een Boheem, wat dat tot Oostenrijk-Hongarije behoort. Twee renners die weliswaar nooit de Ronde van Frankrijk reden, maar die ook op de Europese slagvelden sneuvelen.

14e et 180px-Franz,Ernst1Ernst Franz wordt op 8 maart 1894 geboren in Fischern, een klein gehucht vlakbij Karlsbad. Enkele oorlogen later heet dat nu Karlovy Vary en ligt het in Tsjechië. Hij wordt bijna letterlijk met de fiets aan zijn benen geboren, want zijn vader is fietsenmaker. Op 15-jarige leeftijd wint hij in 1909 het Boheems klimkampioenschap. Een jaar later wordt hij al de beste wielrenner van Bohemen genoemd. Op zijn 17e wordt hij daarom in Duitsland al beroepsrenner. Vrijwel altijd kan hij daar met de besten mee, al wordt hij nog wel “het kleintje” genoemd. Als hij in 1913 Berlijn -Cottbus – Berlijn wint, wordt hij door zijn tegenstanders ook als hun gelijke gezien. Zo verslaat hij de befaamde sprinter Jean Rosellen. 1913 wordt een topseizoen met overwinningen in Rund um Köln, Rund um Berlin en het Duits kampioenschap. Hij wordt daarmee de allereerste Duitse kampioen op de weg. 1914 lijkt hij dit allemaal nog eens dunnetjes te gaan overdoen en wordt hij gezien als een van de beste wielrenners van Duitsland. Hij herhaalt zijn overwinningen in Berlijn – Cottbus – Berlijn en Rundum Köln en op zijn 20e ligt er een grootse carrière voor hem. Aan dat vooruitzicht komt abrupt een einde als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt. Hij moet dienst nemen in het leger van Oostenrijk – Hongarije en sneuvelt tijdens de Slag in de Karpaten. 14e et 300px-Winterschlacht_in_den_KarpatenDe Slag in de Karpaten duurde van december 1914 tot maart 1915 en was een poging van Oostenrijk-Hongarije om Galicië terug te veroveren. Dit gebied, dat vandaag de dag bij Oekraïne hoort, is aan het begin van de oorlog door de Russen veroverd. De Oostenrijkers verliezen de slag en dit heeft gevolgen voor het verloop van de hele oorlog. Duitsland is bang dat de Russen aan de oostgrens verder oprukken. Ze halen troepen weg van het westelijk front om in het oosten tegen de Duitsers te vechten. In het zuiden zien de Italianen hun kans schoon en beginnen daar in de Dolomieten een front. Als Franz op 9 februari 1915 sneuvelt is hij nog geen 21 jaar.

14e et 180px-Vater,Alwin_1892De andere renner is bij het uitbreken van de oorlog als sporter al met pensioen. Alwin Vater, de Duitse Jaap Eden, wordt op 21 september 1869 in Elberfeld geboren. Voordat hij in 1887 op de ‘veiligheidsfiets’ overstapt, rijdt hij vooral op de hoge bi. Op zijn Opel legt hij zich eerst toe op het baanwielrennen. In 1890 wordt hij voor het eerst sprintkampioen bij de amateurs. In 1891 prolongeert hij deze titel en een jaar later wordt hij zelfs Europees kampioen. Aan het eind van zijn carrière, die hij in 1894 beëindigt, wint hij nog enkele wegwedstrijden in Italië. Naast wielrennen doet hij ook aan voetbal en schermen. En in 1893 wordt hij Duits kampioen schaatsen. Hij rijdt de 1500 meter in 3 minuten en 47 seconden*. In Sport-Album der Rad-Welt uit 1919 lezen we dat Vater in 1918 ergens aan het westelijke front is gesneuveld. Waar en wanneer precies is helaas onbekend.

*Van die tijd zou Jaap Eden overigens niet zijn geschrokken. Die reed in 1893 de 1500 meter al in  2 minuten en 35 seconden. Hij reed deze tijd, toen goed voor een wereldrecord, op het Paterwoldse Meer.

Ik heb heel veel gehad aan:

de site Renners in de Grote Oorlog

het boek: The Shattered Peloton: The devastating impact of world War I on the Tour de France (Graham Healy)

22
jul
14

De Tour van 1914. Een eerbetoon in 15 etappes, deel 13

13e etappe  Belfort – Longwy over 325 km (22 juli 1914)

13e et nieuws 2Poincaré is nog in Rusland en twee zaken worden duidelijk. Een verbond van Rusland, Frankrijk en Duitsland is onmogelijk en de legers van Frankrijk en Rusland zullen in 1916 “een verpletterende meerderheid boven alle Europeesche legers geven.” Dit staat te lezen in het Rotterdams Nieuwsblad van 21 juli 1914. Deze stevige taal is een reactie op de uitbreiding van het Duitse leger. De Tsaar probeert er nog wel een vredelievende draai aan te geven door te zeggen: “Wij willen sterk genoeg zijn, om tot vrede te kunnen dwingen.”  In het Nieuwsblad van het Noorden lezen we dat in de Russische media het idee ontstaat dat Rusland zich door Frankrijk niet moet laten 13e et nieuws1meeslepen in een eventuele oorlog. In de Nieuwe Rotterdamse Courant lezen we dat de Russen ook weinig vertrouwen hebben in Engeland als betrouwbare partner in de Triple Entente. Dat klopt misschien wel met wat we in het Rotterdam Nieuwsblad lezen. Lloyd George van Engeland slaat ook nog steeds geen oorlogstaal uit als hij zegt: “Vrede is voor ons van ‘t hoogste belang.”

13e et nieuws 3In het Nieuwsblad van het Noorden van 22 juli lezen we dat er geruchten zijn dat Oostenrijk-Hongarije een ultimatum voorbereid. Daar staat ook dat een oorlog met Servië in Oostenrijk-Hongarije populair zal zijn. Terwijl Servië volgens de krant geen oorlog zal aandurven en alleen als het wordt aangevallen zich zal verdedigen. Tevens zegt de krant dat alles afhangt van Oostenrijk-Hongarije. Zullen zij terugschrikken van het dreigement van de Russen dat zij Servië steunen in het geval van een aanval? Volgens de krant hangt dat sterk af van de eensgezindheid van de Triple Entente. Gezien die berichten hierboven is die eensgezindheid nog ver te zoeken. Komt een oorlog dan toch dichterbij? De Tour trekt zich er nog weinig van aan. De rennerskaravaan trekt vandaag Elzas-Lotharingen binnen. Al gaat dat wel anders dan vroeger. De renners worden begeleid door soldaten te fiets.

De winnaars

De start en finish zijn vandaag in Frankrijk, maar het grootste deel van de rit van vandaag gaat door betwist gebied. In ieder geval betwist door Frankrijk. Sinds de oorlog tussen Duitsland en Frankrijk van 1870-1871 is Elzas-Lotharingen Duits. Dit is een doorn in het oog van Frankrijk en staat een eventuele dialoog tussen beide landen danig in de weg.

13e et faber_f4Van de Tour-winnaar van 1909, Francois Faber was tot op vandaag weinig vernomen. Bij de start staat hij op een tiende plaats en zijn achterstand op Philippe Thys bedraagt maar liefst ruim zes uur. Als hij na 114 kilometer fietsen wegspringt, laten de leiders hem gaan. Ook omdat het nog  meer dan tweehonderd kilometer fietsen is. Faber bouwt zijn voorsprong gestaag uit en niets lijkt een etappezege vlakbij de grens met Luxemburg, zijn vaderland, nog in de weg te staan. Het laatste uur lijkt het toch nog mis te gaan. Zigzaggend gaat hij over de weg. Iemand zal later zeggen: “Hij leek wel stomdronken*.” Met nog tien kilometer te gaan botst hij tot overmaat van ramp ook nog eens tegen een auto. Met heel veel moeite staat hij weer op en rijdt verder. Wonder boven wonder komt hij toch nog als eerste over de streep in Longwy. Een groep van tien achtervolgers met daarin de favorieten volgt op ruim zes minuten. De grootste belager van Thys, Henri Pelissier wint de sprint van dit groepje. Met nog twee etappes te rijden lijkt niets de eindzege van Thys meer in de weg te staan.

De verliezers

13e et faber_f3Francois Faber beschouwt Frankrijk zijn hele leven als zijn tweede vaderland. Hij heeft een Luxemburgse vader en daardoor de Luxemburge nationaliteit, maar hij wordt op 26 januari 1887 in het Franse Aulnay-sur-Iton, ten westen van Parijs geboren. Door zijn overwinning in de Tour de France van 1909 is hij desalniettemin de eerste niet-Franse winnaar van de Ronde. Faber start in alle Tours tussen 1906 en 1914. Daarin wint hij in totaal maar liefst 19 etappes. Hij is nog steeds recordhouder met vijf etappezeges op rij in de door hem gewonnen Tour van 1909. Het jaar ervoor en erna wordt hij ook nog eens knap tweede. In zijn laatste Tour de France komt hij als negende in Parijs aan. Ook wint hij nog een handvol klassiekers. In 1908 wint hij de Ronde van Lombardije. In 1909 wint hij Parijs – Brussel en Parijs – Tours, een koers die hij ook in 1910 weet te winnen. In 1913 wint hij misschien wel zijn mooiste klassieker, Parijs – Roubaix. Nog onwetend dat hij twee jaar later in dezelfde omgeving zijn leven geeft voor zijn tweede vaderland.

13e et carencyOmdat Faber Luxemburger is kan hij geen dienst nemen in het Franse leger. Daarom meldt hij zich op 22 augustus 1914 bij het Franse Vreemdelingenlegioen. Hij komt hier bij het 2e regiment de Marche van het . In het voorjaar van 1915 is hij gelegerd nabij Carency. Hier wordt tussen 9 mei en 18 juni de Tweede Slag van Artois uitgevochten. Naast Franse divisies, vechten hier ook enkele Britse divisies tegen in totaal 18 Duitse divisies. Het doel van deze slag is tweeledig. Aan de ene kant willen de Fransen en Britten enkele strategische bergruggen op de Duitsers heroveren. Deze ruggen zijn vooral van strategisch belang. Daarnaast is het de bedoeling om Duitse troepen weg te trekken 14e et francesmachineuit Ieper waar een paar weken eerder de Tweede Slag van Ieper is begonnen. De Duitsers dreigen daar door te breken en op deze manier moeten de Franse, Britse en Belgische troepen daar meer lucht krijgen. De strijd gaat heen en weer en terreinwinst moet soms een paar dagen later alweer worden opgegeven. De tol wordt vooral betaald met mensenlevens. Aan beide zijden sneuvelen in totaal bijna 200.000 man. Een van hen is Francois Faber. Over zijn overlijden op 9 mei 1915 doen twee verhalen de ronde. Het eerste is een romantisch verhaal waarbij hij door een sluipschutter wordt getroffen op het moment dat hij een telegram krijgt waarin staat dat hij vader is geworden van een dochter. Het ander verhaal past meer bij de werkelijkheid van de oorlog. Daarin wordt hij  dodelijk getroffen door vijandelijk vuur op het moment dat hij een gewonde collega uit het niemandsland probeert terug te brengen naar hun loopgraven.

 

* Het is in die tijd heel gebruikelijk om alcohol te gebruiken als pijnstiller. Het is goed mogelijk dat Faber ergens een pijntje had en een iets te hoge dosis pijnstiller heeft genomen.

 

Ik heb heel veel gehad aan:

de site Renners in de Grote Oorlog

het boek: The Shattered Peloton: The devastating impact of world War I on the Tour de France (Graham Healy)

20
jul
14

De Tour van 1914. Een eerbetoon in 15 etappes, deel 12

12e etappe  Genève – Belfort over 325 km (20 juli 1914)

12e et nieuwsWe lezen steeds vaker dat er overal in Europa voorbereidselen voor een oorlog worden getroffen. In het Nieuwsblad van het Noorden van 20 juli lezen we dat Rusland 44 legerkorpsen bezit, waarvan er 32 naar de Russisch-Duitse en Russisch-Oostenrijkse grens gezonden kunnen worden. Dit lezen we omdat de Franse premier Poincaré op dat moment in Sint-Petersburg is. Dit bezoek zet weer kwaad bloed in Duitsland. Elders lezen we dat er geruchten zijn dat Duitsland opnieuw een legeruitbreiding voorbereidt, nu met 40.000 man. Ondertussen wordt wel steeds over maanden gesproken als het gaat om oorlogsvoorbereidingen en geen van de landen zegt zelf aan te gaan vallen.

Wat betreft de kern van het conflict, Servië, zien we steeds meer internationale druk. Het kelderen van de beurs van Wenen wordt weliswaar verontrustend genoemd, maar de eigenbelangen om vrede te handhaven worden toch nog als groter gezien.  We lezen dat Berlijn waarschuwt Servië de ‘billijke eischen’ van Oostenrijk-Hongarije niet te verwerpen. Ondertussen weerspreekt Servië dat het militaire voorbereidselen aan het treffen is. Volgens sommige bronnen is het Servische leger met 110.000 man al op halve oorlogssterkte. We lezen ook dat de onderzoeken naar de moord op Franz-Ferdinand nog zeker 12e et nieuws 2twee a drie weken gaan duren. Al is wel duidelijk dat Belgrado achter de moordplannen zit. Heel bizar is het nieuws dat de Duitse Rheinische Metaalwaren en Machinefabriek Ehrhardt te Dusseldorf een overeenkomst met de Servische regering heeft gesloten om munitie te leveren. Of hebben we hier te maken met een gevalletje zand-in-de-ogen-van-Frankrijk?

Niet alle kranten in Nederland nemen de oorlogsdreiging trouwens serieus. In het Geïllustreerd Zondagsblad dat bij de Tilburgsche Courant hoort wordt al dit nieuws onder de kop ‘Komkommertijd’ geplaatst. De Tour nadert ondertussen Elzas-Lotharingen.

De winnaars

10e et pelissier_h3De rit van vandaag gaat door de Jura en de zuidelijke Vogezen. Aan het slot van de rit moet de beroemdste berg van dit gebergte, de Ballon ‘d Alsace worden bedwongen. Een groep van drieëndertig renners komt gezamenlijk aan bij de voet van deze ronde berg. Zoals aan het begin van elke beklimming stappen de renners af om hun achterwiel andersom te zetten. In 1914 is er nog geen derailleur en heeft elke fiets een achterwiel met aan beide kanten een tandwiel. Voor de beklimming wordt het kleine tandwiel vervangen door het grote. Dit is normaliter een handeling van  ongeveer een minuut. Alleen aan de voet van de Ballon d’Alsace gaat het mis bij klassementsleider Philippe Thys. Hij krijgt zijn achterwiel er niet goed in en een voor een rijden de renners van hem weg. Als hij na minuten worstelen eindelijk vertrekt, is ook de laatste van het groepje al uit het beeld verdwenen. Voorin zien Henri Pelissier en Jean Alavoine hun kans schoon. De handen ineen slaand, proberen zij hun voorsprong uit te bouwen. In de afdaling blijven ze bij elkaar en het lijkt een sprint tussen beide Fransen om de etappezege te gaan worden als Alavoine lek rijdt. Henri Pelissier wint zodoende gemakkelijk deze rit en Alavoine volgt op iets meer dan een minuut als tweede. Hoopvol kijken zij naar de finish. Is er nog Franse hoop op de eindzege? Philippe Thys is ondertussen aan een indrukwekkende klim begonnen. Een voor een raapt hij de renners op. Mannen als Eugene Christophe, Francois Faber, Leon Scieur en Firmin Lambot lijken stil te staan als hij ze passeert. Ook in de afdaling neemt hij alle risico’s. Met een achterstand van slechts twee minuten en 37 seconden komt hij in Belfort aan. Glimlachend kijkt hij in het teleurgestelde gezicht van Henri Pelissier. Zijn tweede Tourzege is alweer een stapje dichterbij.

De verliezers

Zeventien renners die in Parijs aan deze 12e Tour de France begonnen overleven uiteindelijk de gruwelen van de Eerste Wereldoorlog niet. Het totale aantal wielrenners dat de oorlog niet overleeft is veel groter. Hieronder twee wielrenners, een onbekende en een iets bekendere, uit het Belle Epoque die ook op de Europese slagvelden sneuvelen.

Zo is daar Lucien Auguste Trousselier. Deze op 30 augustus 1891 in Parijs geboren renner, was de jongste van vijf fietsende broers. Van Auguste zijn helaas geen uitslagen bekend. Zijn tien jaar oudere broer Louis Trousselier is de winnaar van de Tour de France van 1905. Een andere broer, Andre Trousselier wint in 1908 Luik – Bastenaken – Luik. Auguste is in september 1914 fietsend soldaat bij het 119e infanterieregiment. Op 26 september sneuvelt hij bij Ferme du Luxembourg, iets ten noordwesten van Reims. Nadat bij de Slag om de Marne de snelle Duitse opmars tot staan is gebracht, vindt hier tussen 12 en 21 september 1914 de Slag om de Aisne plaats. Het resultaat is tienduizenden doden en loopgraven aan beide kanten. Eigenlijk kan gezegd worden dat de loopgravenoorlog hier is begonnen. Ook na de slag wordt hier nog gevochten en vallen dagelijks honderden slachtoffers. Zo ook op die 26e september.

12 et 180px-Lafourcade,François2François Lafourcade is wel een echte Tourrenner. Tussen 1906 en 1912 doet hij maar liefst zeven keer achter elkaar de Ronde van Frankrijk mee. Drie keer rijdt hij de Tour ook helemaal uit, zonder echter een etappe te winnen of hoog in het klassement te eindigen. Toch komen we zijn naam in de annalen van de Tour tegen. In de Tour van 1910 wordt voor het eerst een heuse bergetappe verreden.  De 10e etappe van Luchon naar Bayonne gaat over vier nog steeds legendarisch cols. De Tourmalet, de Aspin, de Peyresourde en de Aubisque moeten in die volgorde worden bedwongen. Dit is de etappe van Octave Lapize, die op de eerste drie cols als eerste bovenkomt. Maar tot verbazing van iedereen komt hij niet als eerste boven op de laatste col, de Aubisque. De organisatoren denken even met een toerist te maken te hebben, als Lafourcade als eerste deze col bedwingt. Op het moment dat hij aan de afdaling begint, wordt hij pas herkend. De Fransman die uit deze omgeving komt en de bergen dus vrij goed kent, moet zijn inspanning wel met een inzinking bekopen. In de afdaling komt hij de man met de hamer tegen en wordt door vier man ingehaald. Octave Lapize wint de etappe, maar Lafourcade wordt toch nog knap vijfde op ‘slechts’ 10 minuten achterstand, zijn beste prestatie in zeven jaar Tour de France!

12e et voisin 8De op 8 november 1881 in Lahonton geboren Lafourcade neemt aan het begin van de Eerste Wereldoorlog, net als veel van zijn collega’s dienst. Als sergeant van het 22e regiment Artillerie is hij vanaf 1915 gedetacheerd bij de 1e Groupe d’Avion, in het 485e eskadron. Hij vliegt in een Voisin VIII.  Op 10 12e et 180px-Lafourcade,François_GRAFaugustus 1917 vliegt zijn vliegtuig bij de landing in brand. Hij probeert nog uit het vliegtuig te springen. Zwaargewond wordt hij opgenomen in het ziekenhuis van Eu in het noorden van Normandië. Daar overlijdt hij dezelfde avond aan zijn verwondingen. Hij is begraven op het militaire kerkhof van Eu.

 

 

Ik heb heel veel gehad aan:

de site Renners in de Grote Oorlog

het boek: The Shattered Peloton: The devastating impact of world War I on the Tour de France (Graham Healy)

 

18
jul
14

De Tour van 1914. Een eerbetoon in 15 etappes, deel 11

11e etappe  Grenoble – Genève over 325 km (18 juli 1914)

11e et JauresIn de Nederlandse kranten duikt de naam op van de Franse socialist Jean Jaurès. Samen met collega Edouard Vaillant roept hij op tot een algemene staking om de dreigende oorlog te voorkomen. Jean Jaurès is een pacifist die via diplomatie probeert een oorlog te voorkomen. Zo pleit hij voor een Duits-Frans bondgenootschap. Hij heeft de oorlog echter niet kunnen voorkomen omdat hij op 31 juli dat jaar, vijf dagen na de Tour in een Parijs café wordt vermoord door de Franse nationalist Raoul Villain. De ironie wil dat deze na de oorlog wordt vrijgesproken omdat hij de natie een grote dienst had bewezen. “Zonder de moordaanslag op Jean Jaurès had Frankrijk nooit de oorlog kunnen winnen,” staat er in zijn vonnis te lezen.

11e et ServieOndanks de vele kleine berichten waaruit blijkt dat er oorlogsvoorbereidingen worden getroffen, lijkt nog niets erop dat over twee weken de lont ook echt wordt aangestoken. Er zijn zelfs nog optimistische berichten. “Servië geeft toe,” staat er boven een bericht over het plotse terugroepen door Belgrado van de Servische gezant te Constantinopel. Voor Oostenrijk-Hongarije is deze gezant, Georgewitsj een van de mannen achter de Groot-Servische propaganda. Dat is op dit moment in de ogen van Wenen het grootste gevaar op oorlog. De renners in de Tour hebben op dat moment andere zaken aan hoofd.

De winnaars

11e et garrigou_gVandaag staat de zwaarste Alpenetappe op het programma. Met onder andere de Col des Aravis, Col du Lautaret en daarachter de Col du Galibier, de klassieke berg in de Alpen. Hoewel Henri Pelissier tijdens de beklimming van deze laatste col een paar keer moet afstappen, slaagt hij er telkens weer in Philippe Thys weer bij te halen. Ondanks zijn ruime achterstand hoopt hij de Belg nog voor Parijs in te halen. Samen met Gustave Garrigou, die in de afdaling van de Aravis valt en bij Annecy lek rijdt, maar steeds weer aansluit, fietsen ze richting Genève. De laatste keer dat Garrigou het duo weet te achterhalen is zeven kilometer voor de finish. De winnaar van de Tour van 1911 heeft dan zelfs nog energie over om de sprint aan de boorden van het meer van Genève te winnen. Het is zijn achtste en allerlaatste etappeoverwinning in de Tour de France. Garrigou overleeft de Eerste Wereldoorlog, maar hij zal daarna nooit meer op de fiets stappen. Naast zijn Tourzeges wint hij tijdens zijn carrière ook Milaan – San Remo (1911) en de Ronde van Lombardije (1907). Garrigou stijgt door zijn overwinning naar de 5e plaats. Veel hoger zal hij niet komen omdat de nummer vier, de Belg Jean Rossius, bijna twee uur op hem voor ligt. Ook de top drie lijkt, ondanks het extra tijdverlies van Jean Alavoine vast te liggen. Thys leidt nog altijd met ruim een half uur voorsprong op Pelissier.

De verliezers

11e et Vugé,Pierre_OVLOndanks de zwaarte van de etappe zijn er vandaag slechts twee uitvallers. Een van hen is de 24 jarige Pierre Vugé. Als Pierre Eugène Vugé wordt hij op 7 december 1889 in het 19e arrondissement van Parijs geboren. Hoewel hij in 1914 as eerstejaarsprof is, rijdt hij al voor de commerciële ploeg La Française – Hutchinson. In zijn eerste jaar rijdt hij al in een ploeg met grote namen als Octave Lapize en Charles Crupelandt. Zij zien in hem een veelbelovende renner. Helaas heeft hij dat deze Tour nog niet waar kunnen maken. Zijn hoogste klassering is een 40e plaats in de 10e etappe op ruim twee uur en 20 minuten achter winnaar Henri Pelissier. Op het vlakke kan hij de achterstand nog redelijk beperkt houden, maar in de bergen verlies hij steevast meer dan twee uur. Maar hij is nog jong en kan nog veel leren. Als de oorlog niet tussenbeide was gekomen. Hij wordt soldaat 1e klasse bij het 65e Bataljon Jagers (65e bataillon de chasseurs à pied). Aan het eind van de oorlog, op 10 september 1918, overlijdt hij een tiental kilometer achter de Somme, in het plaatsje Thoix aan de gevolgen van een ziekte die hij gedurende de oorlog heeft opgelopen. Pierre Vugé wordt 28 jaar en het Tourpeloton zal nooit weten of hij zijn verwachting zou  waarmaken.

 

Ik heb heel veel gehad aan:

de site Renners in de Grote Oorlog

het boek: The Shattered Peloton: The devastating impact of world War I on the Tour de France (Graham Healy)

17
jul
14

De Tour van 1914. Een eerbetoon in 15 etappes, deel 10

10e etappe  Nice – Grenoble over 323 km (16 juli 1914)

10e et nieuws 2“Geen gevaar voor oorlog.” kopt het dagblad de Tijd bij een kort artikel waarin wordt gemeld dat de Minister van Oorlog van Oostenrijk-Hongarije met vakantie gaat. Is dit ijdele hoop of is het grootste gevaar op escalatie echt geweken? In het Nieuwsblad van het Noorden lezen we dat het Hongaarse Huis van Afgevaardigden over de betrekkingen met Servië heeft vergaderd. De verhouding tot Servië dient opgehelderd en ook de bejegening door de Serven van de Oostenrijks-Hongaarse bevolking in Belgrado is reden tot zorg. Voorlopige conclusie is dat oorlog niet onvoorwaardelijk de oplossing tot het conflict hoeft te zijn. Ligt hier de sleutel voor de vrede?

10e et nieuws 1We lezen ook over de zorgen die in Parijs heersen over de staat van het Franse leger en de verdediging aan de oostgrens. Er wordt verzekerd dat eind 1915 het Franse leger bijna net zo sterk is als het Duitse leger nu. De New York Times meldt dat de Duitse staatsbank geld vasthoudt om in geval van oorlog voldoende financiële middelen achter de hand te hebben. Dit zou wel een teken zijn dat Berlijn rekening houdt met een oorlog. Opzienbarend is ook het telegram van de Duitse kroonprins aan een gepensioneerde luitenant-kolonel. Waarin hij spreekt over de Franse wraakzucht en Russische expansiedrift. “Feitelijk is deze voorbereiding niet meer te onderscheiden van gereedheid voor den oorlog en in het voorjaar van 1915 zal deze zoo volledig zijn, dat men iederen dag het binnenrukken kan verwachten van zoo geweldige legers als in Europa, ja op de gehele aarde, nog nooit aanschouwd zijn. Dan zal voor het Duitse Rijk en voor zijn bondgenooten de Schicksalsstunde slaan.” Dat er oorlog komt is dus duidelijk. Is de datum bedoeld als zand in de ogen van de Triple Entente of serieus bedoeld? Het past wel bij de tactiek van de overrompeling volgens von Schlieffen. De Tour de France gaat ondertussen de laatste fase in.

De winnaars

10e et pelissier_h3Deze etappe was eindelijk weer een kolfje naar de hand van Henri Desgranges. Blij dat hij na de Pyreneeën, drie jaar geleden ook de Alpen in de Tour heeft genomen. Vandaag gaat het dwars door de Alpen naar Grenoble. Naast de verwachte strijd, zijn er ook veel valpartijen. Zo knallen de nummers drie en vier uit het klassement, de Belg Jean Rossius en de Fransman Jean Alavoine in de afdaling van de la Colle-Saint-Michel tegen elkaar en komen ten val. Alavoine weet terug in de kopgroep te komen, maar Rossius verliest het contact en zijn derde plaats. Een groepje van vier, met daarin Henri Pelissier en Philippe Thys gaat gezamenlijk over de laatste klim van de dag, de 1246 meter hoge Col Bayard en van deze vier in Pelissier de snelste in de sprint. Hij wint daarmee zijn eerste etappe dit jaar, maar wint geen tijd op zijn grootste rivaal Thys. Aan de ene kant kan Desgrange tevreden zijn over de rit van vandaag, aan de andere kant is de top van het klassement al lange tijd hetzelfde. Komt hier nog verandering in?

De verliezers

10e et defraye_o4Onderweg door de Alpen stappen ‘slechts’ vijf man af. Dit zijn echter niet de minsten. In de Tour van 2014 stapten binnen een week drie oud-winnaars af. In de Tour van 1914 zijn dat twee oud-winnaars en een toekomstige op een dag. Zo is daar Odile Defraye. Hij wint in 1912 de Tour de France en een jaar later ook nog eens Milaan-San Remo. Dit jaar kan hij de eerste vijf etappes goed meekomen. In de 5e etappe wordt hij zelfs tweede. Een dag later verliest hij in de Pyreneeën echter bijna een uur en op weg naar Nice wordt hij door de hitte bevangen. Na een martelgang langs de boorden van de Middellandse Zee, komt hij ruim vier uur na de winnaar binnen. Hij weet dan al dat hij dit jaar Parijs niet gaat halen. Na de oorlog start Defraye nog drie keer in de Tour. Elke keer stapt hij al voor de Pyreneeën af.

10e et Buysse_L2Ook voor de 21-jarige Lucien Buysse is dit de laatste dag in de Tour de France. De pas 21-jarige broer van Marcel Buysse is bezig aan zijn eerste Tour en nog niet in de vorm die hij in de jaren ‘20 tentoon zal spreiden. In 1924 en 1925 heeft hij de pech dat hij in de ploeg van de Italiaan Ottavio Bottecchia fietst. Hij wordt respectievelijk derde en tweede achter zijn winnende kopman. In 1926 besluit hij in de zwaarste etappe die ooit in de Tour is gereden voor zijn eigen kansen te gaan. Bottecchia stapt die dag af en Buysse legt de basis voor zijn eerste en enige Tour-zege.

10e et lapize_o4De derde renner die afstapt is de winnaar van 1910. Octave Lapize wordt op 24 oktober 1887 geboren in Montrouge. Voordat hij prof wordt behaalt hij al menig wielersucces. In 1907 wordt hij Frans kampioen veldrijden en op de Olympische Spelen van 1908 in Londen wint hij een bronzen medaille op de 100 kilometer op de baan. Als prof wint hij tussen 1909 en 1911 drie keer achter elkaar Parijs – Robaix. Ook wint hij drie keer Parijs – Brussel en een keer Parijs – Tours. Als hij in 1910 de Tour de France wint, pakt hij ook vier etappezeges. Daarna start hij nog vier keer in de Tour, maar haalt hij geen enkele keer Parijs. Wel wint hij nog twee etappes. 10e et  lapize_o5 pyrEen paar weken na zijn afstappen breekt de oorlog uit en meldt hij zich als vrijwilliger bij het Franse leger. In het begin is hij ingedeeld bij de infanterie. Onder de indruk van de heldendaden van de Franse vliegenier Georges Guynemer* melde hij zich in de loop van de oorlog bij de luchtmacht. Tijdens een lesvlucht op 14 juli 1917 wordt zijn vliegtuig plotseling door vier Duitse vliegtuigen opgemerkt. Vlakbij Flirey, boven het front ten noordoosten van Nancy wordt hij neergehaald. Zwaargewond wordt hij naar het ziekenhuis van Toul gebracht, waar hij diezelfde dag aan zijn verwondingen overlijdt. Nadat hij eerst korte tijd op de militaire begraafplaats van Toul heeft gelegen, wordt hij op verzoek van zijn familie een paar maanden later herbegraven in Villers-sur-Marne.

 

* Georges Guynemer kreeg een sterrenstatus toe hij in luchtduel uitvocht met de Duitse held Ernst Udet. Toen hij merkte dat de machinegeweren van de Duitser dienst weigerden besloot hij niet verder te vechten. Hij groette zijn tegenstander en vloog terug naar de basis.  Hij sneuvelde op 11 september 1917 boven de Belgische loopgraven nabij Poelkappelle. Daar werd ook een standbeeld voor hem opgericht. Het verhaal gaat dat Ernst Udet en enkele collega-vliegers daar na de oorlog bloemen zijn komen neerleggen uit eerbied voor hun vroegere tegenstander.

16
jul
14

Geografie van de Tour: Arc-et-Senans; de macht van het zout

arc et senans 1Vandaag vertrok de etappe vanuit Besançon zuidwaarts. Het eerste gedeelte voerde deels over de route die in omgekeerde richting de eerste tijdrit van 2012 was. Een tijdrit die werd gewonnen door Bradley Wiggins, de persona non grata in de tourploeg van Sky dit jaar. De tijdrit startte toen in het fraaie symmetrisch aangelegde Arc-et-Senans. De oude zouthoofdstad van Frankrijk. Ook nu rijdt het peloton langs dit stukje werelderfgoed.

Oppermachtig zout

Te-veel-zout1Zout wordt al van oudsher gebruikt om voedsel voor langere tijd in te bewaren. Zo was er in tijden van schaarste altijd voldoende voedsel. En konden legers massaal optrekken om verre streken te veroveren terwijl er toch altijd eten voorhanden was. Wie zout had, bezat macht. Zo kwam in Oostenrijk de Keltische cultuur niet toevallig tot bloei. Overal rond Salzburg en Hallstatt haalden zij hal, Keltisch voor zout, uit de grond. En het woord salaris is niet toevallig afkomstig van het Latijnse woord voor zout; ‘salis’.

Kuuroord

fete du selIn het Franse Salins-les-Bains wordt al sinds de Romeinse tijd zout gewonnen. Houten buizen pompten dankzij een waterrad in de nabijgelegen rivier, het zoute water op. In grote ketels van 45.000 liter werd het water verdampt en bleef het kostbare witte goud over. Dit kostte echter zoveel brandhout dat in 1773 werd besloten dit zoutzieden elders te gaan uitvoeren. Sindsdien wordt het zoute water in Salins-les-Bains alleen nog voor het kuren gebruikt.

Hout voor het zout

foret de chauxVia houten leidingen werd het zoute water naar Arc-et-Senans vervoerd. Deze plek werd uitgekozen vanwege het vlakbij gelegen Fôret de Chaux, toen al hofleverancier voor de schepen van de Franse marine. Dit gigantische bos, qua oppervlak iets groter dan het eiland Texel, kon daarnaast meer dan genoeg brandhout leveren voor onder de gigantische zoutketels. Er kwam niet zomaar een zoutziederij, hier werd de Koninklijke Zoutziederij van Arc-et-Senans gebouwd.

Stad voor het volk

arc et senans 2 kaart oudDe zoutopzichter en architect Claude Nicolas-Ledoux wilde laten zien waartoe Frankrijk in staat was en zou hier de ideale stad bouwen. Arc-et-Senans moest een concentrische stad worden met in het centrum de zoutziederijen en daaromheen in hiërarchische volgorde de overige gebouwen waaronder ook de huizen voor de werknemers. De Franse Revolutie gooide helaas roet in het eten. Alleen de ziederijen, de directeurswoning als een soort villa van Palladio en een paar andere gebouwen waren klaar. De rest werd nooit gebouwd. Wat er staat was overigens wel voldoende om Arc-et-Senans op de Werelderfgoedlijst van de Unesco te krijgen. Saillant detail is trouwens dat één van de oorzaken van de Franse Revolutie de ‘gabelle’, de omstreden zouttax, was.

TE is niet goed

tequila_2Vanwege vervuiling van de rivier de Loue, waar Arc-et-Senans aan ligt, werd de zoutproductie hier in 1895 stilgelegd. Tevens werd de concurrentie van zeezout steeds groter. Ondanks de afname van zout als conserveringsmiddel, wordt zout nog steeds veelvuldig gebruikt, vooral als smaakmaker in de keuken. “Wij eten teveel zout,” koppen de kranten met grote regelmaat. “Overal waar TE voor staat is niet goed,” wist Toon Hermans ons al te vertellen. “Behalve tevreden en Tequila,” zei hij er vervolgens schaterlachend achteraan. Inderdaad, geen Tequila zonder zout.

16
jul
14

De Tour van 1914. Een eerbetoon in 15 etappes, deel 9

9e etappe  – Marseille – Nice over 338 km (14 juli 1914)

9e et nieuwsHet woord oorlog wordt steeds vaker genoemd. Zo lezen we in de Nieuws van den Dag voor Nederlandsch-Indië dat volgens sir Edward Grey de minister van Buitenlandse zaken van Engeland zijn land de vrijheid heeft om zelf te beslissen of het aan een of andere oorlog in Europa deelneemt en zich niet door bijvoorbeeld een vlootovereenkomst met Rusland wil laten dwingen. Ondertussen worden onderhandelingen tussen Wenen en Berlijn, als tegenwicht tegen de Triple Entente als fabels afgedaan. Waarschijnlijk om de gedachte aan een komende oorlog ver weg te drukken. Onderhandelingen die er waarschijnlijk wel waren. Zo worden de Duitse financiële maatregelen met het oog op een oorlog afgedaan als een canard. Weliswaar met een vraagteken, maar toch. Of het verhaal van de door Oostenrijk-Hongarije vergiftigde Russische gezant in Belgrado. Dit staat onder de kop ‘Dwaze geruchten.’ Ondertussen staan er allemaal kleine berichtjes over legeroefeningen aan zowel Duitse als Franse kant waarbij slachtoffers vallen. Zoals bij het Fort van Vitry ten zuiden van Parijs waar geoefend werd in het tot ontploffing brengen van onderaardse mijnen. Een veel gebruikte aanvalstactiek tijdens de loopgravenoorlog in de Eerste Wereldoorlog. Aan de andere kant deelt de Britse premier Asquith mee dat het lagerhuis in augustus op reces gaat. Het is duidelijk dat op het continent de spanningen toenemen en dat Engeland zich nog afzijdig probeert te houden.

De winnaars

9e et brocco_mauriceDe hitte weet ook op quatorze juilliet niet van wijken. De renners hebben het gevoel alsof een warme handschoen ze tegenhoudt en hen het fietsen onmogelijk maakt. Na een tiental kilometers besluit het peloton, op dat nog bestaand uit 69 renners, halt te houden om de verkoeling van de zee op te zoeken. Na deze onderbreking zijn de renners in ieder geval weer in staat tot enige strijd. Even denkt de Fransman Maurice Brocco* als eerste in Nice aan te komen. Maar hij onderschat de heuvel La Turbie vlak boven Monaco. 9e et rossius_jDeze laatste hobbel voor aankomst in Nice is in deze hitte teveel voor hem. Met de fiets aan de hand wandelt hij omhoog. Machteloos moet hij toezien hoe zijn achtervolgers hem een voor een inhalen. Als eerste is daar de Belg Jean Rossius. Hij wint de etappe met een voorsprong van ruim zeven minuten op het duo Thys – Pelissier. De nummers 1 en 2 uit het klassement houden elkaar de hele etappe nauwlettend in de gaten en gunnen de ander geen meter winst. Rossius is nu opgerukt naar de derde plaats. Brocco komt uiteindelijk op bijna een uur achterstand als 20e over de finish.

De verliezers

La Turbie is voor nog een andere renner niet genadig. Marcel Buysse, de oudere broer van de latere Tourwinnaar Lucien Buysse, wordt in de afdaling door een motorrijder aangereden en moet naar het ziekenhuis.

9e et petit-breton_l3Een andere, veel bekender renner die vandaag dag opgeeft is Lucien Petit-Breton. Hij rijdt wel de etappe uit, maar hoort daar dat zijn moeder is overleden en vertrekt direct naar huis. Zijn naam komt ook niet meer in de uitslag van de dag voor. Hij wordt op 18 oktober 1882 als Lucien Georges Mazan in het Bretonse Plessé geboren. Op 8-jarige leeftijd vertrekt hij met zijn ouders naar Buenos Aires, Argentinië. Als hij op zijn 16e bij een loterij een fiets wint, blijkt hij aanleg voor het fietsen te hebben. Aanvankelijk is hij vooral een baanwielrenner. Hierover krijgt hij slaande ruzie met zijn vader die wil dat hij een ‘echt’ beroep kiest. Lucien schrijft zich daarop bij de wielerbond in als Lucien Breton oftewel Lucien uit Bretagne. Hier plakt hij later nog Petit aan vast omdat er nog een renner met de naam Breton rondrijdt. Zijn talent als wielrenner blijkt al snel en hij wordt zelfs Kampioen van Argentinië. In 1902 keert hij terug naar Frankrijk omdat hij zijn dienstplicht moet vervullen. Hier komt hij erachter dat hij ook op de weg prima mee komt met de besten. In 1905 wordt hij in zijn eerste Tour de France al 5e. Een jaar later doet hij het een plaatsje beter in in 1907 wint hij de Ronde van Frankrijk. In 9e et petit-breton_l61908 weet hij dit te herhalen en is hij de eerste renner die de Tour de France twee keer op zijn naam schrijft. Ook weet hij in die jaren enkele klassiekers op zijn naam te schrijven. In 1906 wint hij Parijs – Tours en in zijn topjaar 1907 wint hij Milaan-San Remo. Het lijkt net alsof hij daarna niet meer de motivatie op kan brengen om voor het hoogste te gaan. Tussen 1910 en 1914 start hij vijf keer in de Tour de France en twee keer in de Giro d’Italia. Geen enkele daarvan weet hij uit te rijden. Alleen in de Giro van 1911 slaagt hij erin een etappe te winnen. In 1912 is een derde plaats in Parijs – Tours zijn laatste echte wapenfeit. Als de oorlog zich aandient neemt Petit-Breton dienst bij het 11e legerkorps. Hij vecht op verschillende plekken in Noord-Frankrijk aan het front. Hier raakt hij meerdere keren gewond. Cynisch genoeg sneuvelt hij niet in het gevecht. Op 20 december 1917 rijdt hij als ordonnans vlak buiten Troyes met zijn auto frontaal op een tegenligger. Lucien Petit-Breton is op slag dood.

*Brocco was in 1911 na de 9e etappe uit de koers gehaald omdat hij niet voor zichzelf reed, maar tegen betaling hand- en spandiensten verrichtte voor andere renners. Henri Desgrange, die de Tour als een strijd van man tegen man zag, kon dit niet aanzien en haalde Brocco uit koers. Hij ging nog wel in beroep en mocht, hangende dit beroep, de 10 etappe nog wel van start. Met overmacht won hij deze etappe. Maar die avond werd zijn beroep alsnog afgewezen en moest hij de Tour alsnog verlaten. De etappewinst werd hem ook afgenomen.

 

Ik heb heel veel gehad aan:

de site Renners in de Grote Oorlog

het boek: The Shattered Peloton: The devastating impact of world War I on the Tour de France (Graham Healy)




Archief