Posts Tagged ‘Jan Janssen

08
mei
12

Waarom Eddy Merckx de Giro van 1969 verloor

Met een kater werd de wielerwereld die ochtend wakker. Met één been nog in bed kreeg Eddy Merckx op 2 juni 1969 te horen dat hij vanwege een positieve urinestaal niet meer mocht starten. De avond daarvoor was de klassementsleider na afloop van de zestiende etappe op doping gecontroleerd. Volgende op een rustdag was het een gewone etappe geweest, waarin de Belg geen noemenswaardig krachtsinspanningen had hoeven leveren. Hij eindigde op plek 36, dat was ruim voldoende om de roze trui om de schouders te mogen houden.

Geschokt
De rest van de karavaan reageerde geschokt. Voor het eerst werd iemand nog tijdens de Giro uit de strijd gehaald. Het jaar daarvoor werden ook enkele renners betrapt, maar die werden na afloop van de Ronde van Italië voor een maand geschorst. Onder hen toen de Italiaan Felice Gimondi. Diezelfde Gimondi mocht die juniochtend van 1969 het roze aantrekken, dat een official in alle vroegte uit de kamer van Merckx had meegenomen.

Reputatie te grabbel
Dezelfde dag begonnen de volgers van de ronde al te twijfelen. Hoe kon iemand met het statuur van Eddy Merckx op deze manier zijn reputatie te grabbel gooien? Hij was die Giro al zeven keer eerder gecontroleerd en elke keer met een negatief resultaat. Waarom zou hij in zware etappes geen doping gebruikt hebben en in die onbelangrijke etappe van Parma naar Savona plotseling wel? Was er sprake van een samenzwering?

Stapvoets vertrek
De renners stonden achter Eddy Merckx. Enkelen van hen probeerden zelfs nog een staking te organiseren. Stapvoets vertrok het peloton alsnog om iets later halt te houden voor het hotel waar de ploeg van Merckx die nacht had geslapen. Met dit hart onder de riem verliet Merckx samen met zijn ploeggenoten later die dag Italië.

Klacht bij Italiaanse justitie
“Ik heb alles nog eens gepoogd te reconstrueren,” zei Merckx bij aankomst in Brussel. “Maar ik kan mij niets herinneren waarbij ik iets ingenomen zou hebben dat van anderen afkomstig zou zijn. Geen slok water zelfs. Ik pak nooit iets aan van mensen onderweg.” Met deze woorden wees hij impliciet het beschuldigende vingertje naar de organisatie. Hij overwoog dan ook een klacht bij de Italiaanse justitie neer te leggen. Daarbij geholpen door Felix Levitan, die bang was dat Merckx niet in ‘zijn’ Tour de France zou mogen starten. Zelfs de Belgische politiek hield zich niet afzijdig: de minister van Cultuur stuurde Merckx niet alleen een telegram om zijn deelneming te betuigen, maar drong er tevens bij zijn collega van Buitenlandse Zaken op aan in Rome aan de bel te trekken.

Handgeschreven briefje
De zaak werd helemaal bizar toen er een paar dagen later een handgeschreven briefje van een zeker Marco B. bij Il Corriere della Sera binnenkwam. ‘Eddie Merckx is onschuldig!’ begon hij. ‘Ik heb hem, geholpen door een man van wie ik alleen de voornaam Giorgio ken, gedrogeerd voor de start in Parma… en ik herhaal: Eddie Merckx is onschuldig. Marco B.’ Verder schreef hij dat hij dit had gedaan voor geld en dat die Giorgio hem een aardig bedrag had geboden. Uit angst durfde hij zijn naam niet bekend te maken en dus ook niet naar justitie te gaan. Maar daardoor werd ook de kracht van de verklaring van deze Marco B. ondermijnd. Iedereen kon zo’n briefje  sturen.

Onderzoek
Tegelijkertijd werd bekend dat Merckx zich had laten onderzoeken op doping bij de Universiteit van Milaan. Dit gebeurde een kleine twintig uur na de positieve controle. Bij dit onderzoek werd niets gevonden. Volgens de specialisten die hem in Milaan onderzochten, was dit op zijn minst opmerkelijk te noemen, zeker gezien de hoge dosis die eerder was gevonden.

Geel in Parijs
Ondanks al dit wantrouwen maakte de UCI kort na het einde van de door Gimondi gewonnen Giro bekend dat de schorsing van Merckx bleef staan. Hij mocht een maand niet starten en zou zodoende ook de Tour de France missen. Maar een paar dagen later kwam de UCI hierop terug. Zich beroepend op alle bovengenoemde twijfels en het smetteloze blazoen van de Belg werd de schorsing ongedaan gemaakt. Zodoende mocht hij toch naar Frankrijk. Een van de renners die het hier niet mee eens was, was onze landgenoot en winnaar van de Tour van 1968, Jan Janssen: “Er is geen enkele reden om voor Merckx, omdat hij nu toevallig Eddy Merckx is, een ontsnappingsclausule in de reglementen te zoeken.” Een maand later zou Eddy Merckx, als opvolger van Jan Janssen, in het geel Parijs bereiken.

Alle sporen gewist
In 2007 gaf Merckx toe dat hij in zijn carrière wel eens Pemoline, een op amfetamine gelijkend middel, had gebruikt. In dat licht is een krantenbericht van eind juni 1969 saillant te noemen. ‘Dopingcontrole nutteloos,’ kopte De Tijd vlak voor de Tour de France van dat jaar. Door een halve eetlepel natrium-bicarbonaat opgelost in water te slikken, zouden alle sporen van gebruikte amfetaminen binnen een uur gewist worden. Vijftig kilometer voor de finish een bidon leegdrinken was voldoende voor een negatieve dopingcontrole na afloop van de rit…

 

Dit verhaal was eerder te lezen op touretappe.nl

11
jul
11

Tourtweets Johnny Hoogerland (11 juli 2011)

Bij de foto’s:

Dit was het weekend van Johnny Hoogerland. Zaterdag probeerde hij nog tevergeefs zijn bolletjestrui te behouden. Een dappere poging die de maandagkrant wel zou halen, maar niet het collectieve geheugen van de tourliefhebber. Gisteren veranderde dat dramatisch. Vanaf het begin zat hij in een kopgroep van zes. Zijn enige doel; het terugveroveren van de zaterdag afgestane bolletjestrui.

Na een verloren sprint op de Col du Pas de Peyrol van de 2e categorie raakte hij in de afdaling ook nog eens achterop. Even slipte hij zelf, maar had hij het geluk dat er niemand anders in zijn buurt fietste. Met veel moeite stuurde hij zijn fiets langs de vangrails (Ironisch genoeg op dezelfde plek waar drie minuten later Vinokoerov en van den Broeck de belangrijkste slachtoffers werden van een grote valpartij in het peloton). De volgende klim begon Hoogerland met een achterstand van bijna een minuut. Met elke pedaalslag kwam hij echter seconden dichterbij. Toen Voeckler, die zich al rijk rekende, voor de derde keer omkeek, zag hij tot zijn schrik Hoogerland weer aanpikken. Tot overmaat won hij de volgende sprint om de bergpunten ook nog van de Fransman. In de daarop volgende afdaling werd tussen beide renners dan ook een afspraak gemaakt. Hoogerland zou voor de bolletjestrui gaan en Voeckler zou de gele trui proberen te bemachtigen. De enige voorwaarde was; samenwerking. En die samenwerking was er. De voorsprong van de kopgroep stabiliseerde op ongeveer 4.40 minuten.

Tot ongeveer 35 kilometer voor de meet. Een auto van de Franse televisie wil de kopgroep inhalen maar ziet een overstekende boom over het hoofd. De chauffeur geeft een ruk naar rechts en de auto tikt Flecha van zijn fiets. Deze raakt Voeckler licht, maar die kan op zijn fiets blijven zitten. De schuin achter de Spanjaard rijdende Hoogerland wordt echter gelanceerd en belandt met fiets en al in het prikkeldraad dat de weg scheidt van het weiland. Het is een wonder om een paar minuten later Hoogerland weer op de fiets te zien zitten. Pas uren later weten we dat de broek die hij dan aan heeft, nieuw is. Zijn eigen broek hangt nog in reepjes aan het prikkeldraad. Al rijdend worden zijn knieën verbonden. Alleen aan zijn rijden is te zien dat hij ook elders pijn heeft. Hij komt uiteindelijk met een achterstand van meer dan een kwartier over de finish. Daar wordt hij opgevangen door zijn vader. Samen vertrekken ze richting podium. Daar neemt hij met tranen in de ogen de bolletjestrui in ontvangst. Daarna mag hij pas naar het ziekenhuis om drieëndertig hechtingen in ontvangst te nemen. In het daaropvolgende interview vanuit de ploegleidersauto, gehuld in ziekenhuisrokje en witte verbandbenen, toont hij zich strijdlustig en barmhartig. Hij stapt dinsdag weer op de fiets en de automobilist deed het ook niet expres. Johnny Hoogerland hoort definitief in het rijtje Wim van Est, Jan Janssen, Joop Zoetemelk, Hennie Kuiper en Kenny van Hummel thuis.Een held is geboren.

07
jul
11

Tourtweet bij de foto: 5e etappe (7 juli 2011)

Bij de foto;

De gehavende Tom Boonen klampt aan bij ploeggenoot Addy Engels. Deze probeert zijn kopman voor de tijdslimiet binnen te loodsen. Ruim dertien minuten na de winnaar van de 5e etappe, de Brit Cavendish, komen zij over de finish. Op tijd.

“Valpartijen horen bij de Tour,” hoor ik mijn minst favoriete tourcommentator zeggen. Ze komen veel voor. Of ze er ook bijhoren vraag ik mij af. Veel valpartijen zijn volgens mij vermijdbaar. Minder renners over Frankrijks groene wegen. Waar rare rotondes en verkeersdrempels vaak verantwoordelijk zijn voor een toename van de vermijdbare valpartijen. De altijd aanwezige hektiek. Waar is de wandeletappe gebleven? Twee man met twaalf minuten voorsprong en de rest die strijdt om de kruimels. Zelden komt het nog voor.

“Vroeger was alles beter.” Is dat wel zo? De kijker krijgt nu elk beeld van de renners te zien. Van start tot finish. Van plas tot eindspurt. Daardoor vallen de tuimelingen ook meer op. Decennia geleden hoorden wij pas van valpartijen als het echt dramatisch was. De kleine valpartijen bleven buiten beeld.

“Zeventig meter viel ik diep, mijn hart stond stil, maar mijn Pontiac liep …” werd zelfs een marketingslogan na de valpartij van Wim van Est. De eerste Nederlandse gele truidrager kwam 60 jaar geleden in de afdaling van de Aubisque in een ravijn terecht. Met aan elkaar geknoopte fietsbanden werd hij redelijk ongeschonden naar boven getakeld.

Andere valpartijen liepen minder goed af. De bekendste is natuurlijk die van Fabio Casartelli in 1995. In de afdaling van de Portet d’Aspet kwam hij dodelijk ten val. Dit was pas de tweede dodelijk val in de Tour. In 1935 was de Spanjaar Francisco Cepeda vlakbij Bourg d’Oisans zwaar ten val gekomen. Drie dagen later overleed hij aan het bij de val opgelopen hoofdletsel.

Er zijn echter ook valpartijen die carrières hebben geknakt. Een van de grootste Franse talenten uit de 50-er en 60-er jaren, Roger Riviere kwam in 1960 zo zwaar ten val dat hij de rest van zijn leven verlamd was.  Hier vind je een overzicht van enkele opmerkelijke valpartijen in de Tour de France.

Ik wil hier ook een valpartij noemen die niet in de Tour plaatsvond. Die van Joop Zoetemelk in 1974 in de Midi Libre. In de kracht van zijn carrière was hij bijna een jaar uitgeschakeld. Vele kenners zijn ervan overtuigd dat hij na de overwinning in Parijs-Nice dat jaar, de Tour ook zou gaan winnen. En daar waarschijnlijk de komende jaren zou gaan heersen. Hij kwam weliswaar sterk terug, maar pas in 1980, dankzij de overstap naar de Ploeg Post, wist hij zijn enige Tour te winnen. Zijn bijnaam ‘Eeuwige Tweede’ werd hierdoor ook een beetje een geuzennaam.

Hopelijk is de valpartij van gisteren waarbij Robert Gesink gewond raakte niet beslissend. En krijgt na Jan Janssen in 1968 en Joop Zoetemelk  in 1980 Nederland eindelijk weer een tourwinnaar.

04
jul
11

Tourtweet bij de foto; 2e etappe (4 juli 2011)

Bij de foto:

Team Saxo Bank Sungard. Binnen het huidige systeem is de ploegentijdrit de meeste eerlijke vorm van wielrennen.

De meeste ploegen zijn zo samengesteld dat een renner op verschillende terreinen drie weken lang kan worden geholpen. Om die ene renner zo hoog mogelijk in Parijs te laten eindigen. Bij de Rabobank-ploeg rijdt iedereen in dienst van Robert Gesink. Heel Nederland hoopt dat hij de opvolger wordt van Joop Zoetemelk die als tweede en laatste Nederlander in 1980 de Tour won (Twaalf jaar daarvoor was Jan Janssen in 1968 de eerste Nederlandse Tourwinnaar). Dit jaar zijn er zelfs geen echte sprinters meegegaan om op het vlakke een etappezege te boeken.

In een tijdrit is de wielrenner op zichzelf aangewezen. Kan hij nergens even bijkomen. Nooit blijven plakken in de slipstream van een concurrent. Maar kan hij ook niet de hulp inroepen van een ploeggenoot. Deze hulp van ploeggenoten maakt de ploegentijdrit tot de eerlijkste vorm van wielrennen binnen het huidige ploegensysteem. Als het weer tenminste niet verandert.




Archief