Met een kater werd de wielerwereld die ochtend wakker. Met één been nog in bed kreeg Eddy Merckx op 2 juni 1969 te horen dat hij vanwege een positieve urinestaal niet meer mocht starten. De avond daarvoor was de klassementsleider na afloop van de zestiende etappe op doping gecontroleerd. Volgende op een rustdag was het een gewone etappe geweest, waarin de Belg geen noemenswaardig krachtsinspanningen had hoeven leveren. Hij eindigde op plek 36, dat was ruim voldoende om de roze trui om de schouders te mogen houden.
Geschokt
De rest van de karavaan reageerde geschokt. Voor het eerst werd iemand nog tijdens de Giro uit de strijd gehaald. Het jaar daarvoor werden ook enkele renners betrapt, maar die werden na afloop van de Ronde van Italië voor een maand geschorst. Onder hen toen de Italiaan Felice Gimondi. Diezelfde Gimondi mocht die juniochtend van 1969 het roze aantrekken, dat een official in alle vroegte uit de kamer van Merckx had meegenomen.
Reputatie te grabbel
Dezelfde dag begonnen de volgers van de ronde al te twijfelen. Hoe kon iemand met het statuur van Eddy Merckx op deze manier zijn reputatie te grabbel gooien? Hij was die Giro al zeven keer eerder gecontroleerd en elke keer met een negatief resultaat. Waarom zou hij in zware etappes geen doping gebruikt hebben en in die onbelangrijke etappe van Parma naar Savona plotseling wel? Was er sprake van een samenzwering?
Stapvoets vertrek
De renners stonden achter Eddy Merckx. Enkelen van hen probeerden zelfs nog een staking te organiseren. Stapvoets vertrok het peloton alsnog om iets later halt te houden voor het hotel waar de ploeg van Merckx die nacht had geslapen. Met dit hart onder de riem verliet Merckx samen met zijn ploeggenoten later die dag Italië.
Klacht bij Italiaanse justitie
“Ik heb alles nog eens gepoogd te reconstrueren,” zei Merckx bij aankomst in Brussel. “Maar ik kan mij niets herinneren waarbij ik iets ingenomen zou hebben dat van anderen afkomstig zou zijn. Geen slok water zelfs. Ik pak nooit iets aan van mensen onderweg.” Met deze woorden wees hij impliciet het beschuldigende vingertje naar de organisatie. Hij overwoog dan ook een klacht bij de Italiaanse justitie neer te leggen. Daarbij geholpen door Felix Levitan, die bang was dat Merckx niet in ‘zijn’ Tour de France zou mogen starten. Zelfs de Belgische politiek hield zich niet afzijdig: de minister van Cultuur stuurde Merckx niet alleen een telegram om zijn deelneming te betuigen, maar drong er tevens bij zijn collega van Buitenlandse Zaken op aan in Rome aan de bel te trekken.
Handgeschreven briefje
De zaak werd helemaal bizar toen er een paar dagen later een handgeschreven briefje van een zeker Marco B. bij Il Corriere della Sera binnenkwam. ‘Eddie Merckx is onschuldig!’ begon hij. ‘Ik heb hem, geholpen door een man van wie ik alleen de voornaam Giorgio ken, gedrogeerd voor de start in Parma… en ik herhaal: Eddie Merckx is onschuldig. Marco B.’ Verder schreef hij dat hij dit had gedaan voor geld en dat die Giorgio hem een aardig bedrag had geboden. Uit angst durfde hij zijn naam niet bekend te maken en dus ook niet naar justitie te gaan. Maar daardoor werd ook de kracht van de verklaring van deze Marco B. ondermijnd. Iedereen kon zo’n briefje sturen.
Onderzoek
Tegelijkertijd werd bekend dat Merckx zich had laten onderzoeken op doping bij de Universiteit van Milaan. Dit gebeurde een kleine twintig uur na de positieve controle. Bij dit onderzoek werd niets gevonden. Volgens de specialisten die hem in Milaan onderzochten, was dit op zijn minst opmerkelijk te noemen, zeker gezien de hoge dosis die eerder was gevonden.
Geel in Parijs
Ondanks al dit wantrouwen maakte de UCI kort na het einde van de door Gimondi gewonnen Giro bekend dat de schorsing van Merckx bleef staan. Hij mocht een maand niet starten en zou zodoende ook de Tour de France missen. Maar een paar dagen later kwam de UCI hierop terug. Zich beroepend op alle bovengenoemde twijfels en het smetteloze blazoen van de Belg werd de schorsing ongedaan gemaakt. Zodoende mocht hij toch naar Frankrijk. Een van de renners die het hier niet mee eens was, was onze landgenoot en winnaar van de Tour van 1968, Jan Janssen: “Er is geen enkele reden om voor Merckx, omdat hij nu toevallig Eddy Merckx is, een ontsnappingsclausule in de reglementen te zoeken.” Een maand later zou Eddy Merckx, als opvolger van Jan Janssen, in het geel Parijs bereiken.
Alle sporen gewist
In 2007 gaf Merckx toe dat hij in zijn carrière wel eens Pemoline, een op amfetamine gelijkend middel, had gebruikt. In dat licht is een krantenbericht van eind juni 1969 saillant te noemen. ‘Dopingcontrole nutteloos,’ kopte De Tijd vlak voor de Tour de France van dat jaar. Door een halve eetlepel natrium-bicarbonaat opgelost in water te slikken, zouden alle sporen van gebruikte amfetaminen binnen een uur gewist worden. Vijftig kilometer voor de finish een bidon leegdrinken was voldoende voor een negatieve dopingcontrole na afloop van de rit…
Dit verhaal was eerder te lezen op touretappe.nl
Laatste reacties