19
okt
14

De Semslinie, grens in het hoogveen

“Zoals Jan Sems zijn linie trok,

Zoo gaan de wegen door het land:

Rechtuit-rechtaan, geen kronkelweg

Van ’t Klooster tot aan Hoogezand”

Herman de Boer, 1945

Het veen en zijn geheimen

ijt-paarweerdingenVeen is een bruinzwarte grondsoort die bestaat uit dode planten die grotendeels humus zijn geworden. Waar onder normale omstandigheden planten door schimmels en bacteriën worden verteerd, is dat onder water anders. Door het grotendeels ontbreken van zuurstof stapelen de plantenresten zich op zonder te gaan rotten. Goed herkenbare bladeren, hele boomstammen en soms zelfs een menselijk lichaam kunnen duizenden jaren bewaard blijven in zo’n veenpakket. Mooie voorbeelden in Nederland zijn het meisje van Yde en het paar van Weerdinge. Door het vele humuszuur is haar huid gelooid en bijna zwart geworden. Ook heeft het lichaam geen botten meer, want die zijn door datzelfde zuur helemaal opgelost. Maar verder lijkt het kortgeleden te zijn overleden. Bij vondsten van veenlijken in Denemarken werd in sommige gevallen dan ook de politie gewaarschuwd. Omdat men dacht het slachtoffer van een recent misdrijf te hebben gevonden. Als het al door een misdrijf om het leven zou zijn gekomen, dan was dit echter allang verjaard.

Hoogveen en laagveen

hoogveen emmenWe onderscheiden twee soorten veen; hoogveen en laagveen De namen doen vermoeden dat het iets zegt over de ligging. Vroeger dacht men dat inderdaad, maar hoogveen komt ook in lager gelegen gebieden voor en omgekeerd. Hoogveen is voor de vochthuishouding geheel afhankelijk van voedselarm regenwater, terwijl laagveen wordt gevoed door grondwater en ander reeds aanwezig zoet water zoals meertjes. Dit water is veel voedselrijker. De samenstelling van de venen verschilt dan ook omdat het is opgebouwd uit verschillende soorten planten. Zegge en riet zijn voorbeelden van de voedselrijke laagvenen en veenmos komen we tegen in het voedselarme hoogveen. Beide soorten veen zijn, mits goed gedroogd tot zogenaamde turf, prima als brandstof te gebruiken. In de streken die vroeger de karakteristieke laagveengebieden genoemd werden, kwam na verloop van tijd ook hoogveen voor. Het veenpakket was dan zo dik, dat het alleen nog gevoed werd door regenwater. Het grootste hoogveengebied van Noord-Nederland was het Bourtangermoeras.

Onneembare barrière

260px-BourtangermoerasOoit was het Bourtangermoeras met 3000 m2 het grootste hoogveengebied van West-Europa. Als een grote vette V lag het op de grens van Groningen en Drenthe en op de grens met Duitsland, waar zich eenderde van het moeras bevond. De oostelijke tak van de V bevond zich in het dal van de Eem tussen het Duitse Lingen – iets ten zuidoosten van Emmen – en Nieuwerschans. De westelijke tak lag aan de voet van de Hondsrug grofweg tussen Groningen en Emmen. Omdat de westelijke tak zowel in Drenthe als in Groningen lag was het de machthebbers al snel duidelijk dat een duidelijke grensbepaling noodzakelijk was. In eerste instantie ging het vooral om te bepalen van wie de weidegronden aan weerszijden van het moeras waren. De bloedige grensconflicten tussen de verschillende Drentse en Groningse marken waren aan het begin van de 17e eeuw voor Stadhouder Willem Lodewijk van Nassau de reden om er iemand bij te halen die de grens nauwkeurig zou kunnen bepalen. Dit werd de in 1572 in Franeker geboren Fries Johan Sems.

Afgemeten autodidact

266px-Johan_Sems_(1572-1635)Net als zijn stadsgenoot Eise Eisinga was Johan Sems autodidact. Hoewel hij er niet was geboren woonde Eise Eisenga zijn hele leven in Franeker, terwijl Johan Sems er slechts kort zou wonen. Al snel verhuisde hij met zijn familie naar Leiden waar zijn vader aan de universiteit ging studeren. Toen Sems 12 was, kwam zijn vader door overmatig drankgebruik te overlijden. Hoe hij opgeleid werd tot landmeter in zijn Leidse jaren is onbekend. Omdat hij goed bevriend was met de Leidse landmeter Jan Pietersz Dou is het goed mogelijk dat ze dezelfde leermeesters hadden, waaronder Symon Fransz. van Merwen bij wie Dou privélessen volgde. Ook Simon Stevin wordt genoemd, maar veel zal hij zich ook zelf hebben eigengemaakt. Hij kon in ieder geval nog geen landmeetkunde studeren omdat pas in 1600 de ingenieursschool in Leiden zijn deuren opende. Van Merwen was overigens een van de twee eerste lectores. In datzelfde jaar kwam het Magnus Opus van Johan Sems uit; “Practijck des Lantmetens, leerende alle rechte ende cromsijdige landen, bosschen, boomgaerden ende ander velden meten, soo wel met behulp des quadrants, als sonder het selve. Gecomponeert door Johan Sems, ende Jan Pietersz. Dou, geadmitteerde Landtmeters.” Twee jaar later keerde hij terug naar het noorden van het land toen hij werd benoemd tot Landmeter van Friesland. Tot zijn onverwachte dood in 1635 werkte hij in verschillende landen zoals Duitsland, Denemarken en Brazilië. Hij verkeerde ook vaak in financiële problemen. Hoewel hij die vaak wist op te lossen, zal zijn bereisde carrière hier zeker verband mee houden. Een van zijn landmeetkundige werken uit die tijd is nog steeds aanwezig. In 1615 werd hij samen met de landmeter Johan de la Haye in Groningen aangesteld om de grens tussen Groningen en Drenthe van het Zuidlaardermeer tot aan Ter Apel vast te stellen.

De Semslinie

220px-Semslinie2Op 2 maart 1615 begonnen Sems en de la Haye aan hun meetwerkzaamheden. Als beginpunt kozen zij Wolfsbarge aan het Zuidlaardermeer. De vandaar nog zichtbare Martinitoren zou als richtbaken* zijn gebruikt. Vanuit Wolfsbarge trokken zij een rechte lijn in zuidoostelijke richting naar Huis ter Haar, iets ten noorden van klooster ter Apel.** Vandaar trokken zij de grens via de brug over de Ruiten Aa door tot het grensplaatsje Lindloh. Zij bakenden de grens af met paaltjes en gruppen, ondiepe greppels. Hoewel de rechte grens tussen het Zuidlaarder Meer en Huis ter Haar over het algemeen tot tevredenheid van Groningen en Drenthe was getrokken waren er toch ontevredenen. Zo vernielden de Onstwedders al na enkele dagen de door Sems aangebrachte afbakening. Toch zou dit tot het begin van de 19e eeuw De grens tussen beide provincies blijven. De Semslinie was geboren. Omdat de Groningers ontevreden waren dat het ten zuiden van de linie gelegen klooster van Ter Apel aan Drenthe was toegewezen, kwam er een tweede meting. Van 18 september tot 10 oktober ging Sems opnieuw aan de slag. Met een stippellijn trok hij de grens nu ook zo dat ter Apel bij Groningen zou kunnen worden gevoegd. Pas in 1632 kwam het klooster pas definitief bij Groningen. Tijdens die tweede meetreeks herstelde hij ook de vernielde afbakeningen tussen het Zuidlaardermeer en Huis ter Haar.

Gekibbel en een daadkrachtige koning

willem IHet moerasgebied werd steeds waardevoller. Werd er in het begin sporadisch aan de randen wat turf voor eigen gebruik gestoken. In de loop van de eeuwen werd het ook in de grote steden dé brandstof. Om aan de steeds toenemende vraag te voldoen werd de turfwinning steeds efficiënter. Om zeker te zijn waar de turf vandaan kwam werd een duidelijke grens ook steeds belangrijker. Zeker toen eind 18e eeuw het gerucht ging dat de Stad Groningen een stads-kanaal*** wilde gaan aanleggen parallel aan de grens. Als ook het Drentse veen hier op afgevoerd zou worden dan zou Drenthe veel tolgelden mislopen. Ondanks onderhandelingen en afspraken werd verschillende keren de grens opnieuw afgebakend. Steeds weer bleef de Sems-linie intact en bleven met name de Stad Groningen en Drente met elkaar kibbelen. En bleef het veengebied langs de grens onaangeroerd.

Hier kwam pas een eind aan toen in 1814 de Fransen het land hadden verlaten en Koning Willem I zijn daadkracht liet zien. De nieuwe koning vond dat het gekibbel om een grens in de uithoek van zijn rijk de economische ontwikkeling van Nederland niet in de weg mocht staan. Zeker omdat het ‘bruine goud’ deze economie gaande moest houden. Op 5 december 1817 werd bij wet de definitieve grens tussen beide provincies vastgesteld. Het grootste deel van de Semlinie blijft intact, alleen bij wat nu Musselkanaal is kwam er een knik in de grens. Dit nieuwe stukje grens kreeg de naam Koningsraai. Aan deze definitieve grens tussen beide provincies zou niet meer worden getornd.

  • In 1954 heeft de Asser landmeter J. De Ruiter gemeten of de Semslinie echt precies in een rechte lijn naar de Martinitoren loopt. Helaas, het verlengde van de lijn mist de toren op 532 meter.

** Tijdens de Tachtigjarige Oorlog werd het klooster van Ter Apel samen met het omliggende gebied door stadhouder Willem-Lodewijk van Nassau veroverd. In 1593 werd het rooms-katholieke geloof afgezworen en kwam het in bezit van de stad Groningen.

*** Het Stadskanaal was uiteindelijk in 1856 voltooid.

Zoals de Styx door Hades stroomt

ligt hier provinciaal,

in afval en in alg verdroomd

de vaart van Stadskanaal.

Christiaan Terpstra, 1952-1953


0 Reacties to “De Semslinie, grens in het hoogveen”



  1. Geef een reactie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s


Archief

Tweets


%d bloggers liken dit: