29
aug
11

Vader & Dochter

De plaatjes op het digibord beginnen te dansen. Daar heeft Josje altijd last van als haar juf het over geschiedenis heeft. Al die verhalen over veel te lang geleden interesseren haar niets. Haar gedachten dwalen af naar vorige week.

“Josje schiet je op?” roept haar vader onderaan de trap.
“Ja-aa, ik ben bijna klaar. Nog even mijn haar doen.” Ze staat in de badkamer voor de spiegel. Ze weet niet of ze een staart in zal doen of niet. Ze kijkt om zich heen. Omdat ze nergens een elastiekje ziet liggen is de beslissing toch sneller genomen dan normaal. Als ze even later op de fiets zit, baalt ze wel. Ze heeft nu al statisch haar.

“Josje, loop je door, anders missen we de trein,” roept haar vader terwijl hij naar de roltrap loopt.
“Ja-aa, ik kom eraan.” Ze legt het tijdschrift terug en loopt snel de Bruna uit. Heel even weet ze niet waar haar vader is, maar dan ziet ze net nog zijn kale achterhoofd. De rest van zijn lichaam is al bijna beneden. Ze rent hem achterna en ze komt gelijk met hem op het perron aan. De trein is er nog niet.

“Josje, trek je jas aan, we zijn er bijna,” zegt haar vader terwijl hij opstaat en beide jassen uit het bagagerek vist.
“Ja-aa, even deze bladzij uitlezen.” Verstoord kijkt ze op uit haar spannende boek. Haar vader pakt altijd veel te vroeg zijn jas. Meestal staan ze dan veel te lang op het balkon te wachten tot de trein stilstaat. Nu schrikt ze toch wel als de trein plots remt. Ze zijn er eerder dan zij had verwacht. Snel trekt ze haar jas aan. Ze loopt achter haar vader aan naar de uitgang. Op het perron ontdekt ze dat haar boek nog in de trein ligt. Gelukkig blijft de trein nog wel even staan, zodat ze het boek niet kwijt is.

“Josje, kom je mee, dan halen we de volgende metro nog,” roept haar vader terwijl hij met het kaartje naar de klapdeurtjes loopt.
“Ja-aa, ik kom eraan.” Ze snap niets van de haast van haar vader. Iedere vijf minuten komt er wel een metro. Als ze ziet dat haar vader zonder om te kijken door de klapdeurtjes loopt, gaat ze hem toch snel achterna. Daarbij blijft ze met haar jas haken. Een winkelhaak is haar eerste souvenir.

“Josje, kom je mee, dan gaan we naar de Mona Lisa,” zegt haar vader terwijl ze bij het schilderij met een soort van reddingsvlot staan.
“Ja-aa, ik kom eraan.” Geboeid blijft ze nog even naar de drenkelingen kijken. Als een chaotische menselijke piramide proberen ze zwaaiend met stukken kleding de aandacht van voorbijvarende schepen te trekken. Als ze naast zich kijkt, ziet ze dat haar vader al weg is. Als ze hem bij de opvallend kleine Mona Lisa weer tegenkomt, baalt ze dat ze vergeten is op te schrijven hoe het schilderij van daarnet heette.

“Josje, blijf je wel in de buurt?” roept haar vader vanuit de rij voor de Eiffeltoren.
“Ja-aa, ik ga alleen even daar kijken.” Ze wijst naar een kiosk met Eiffeltorens in alle soorten en maten. Ze zou sleutelhangers meenemen voor haar vriendinnen. Als ze terug komt, ziet ze haar vader nergens staan. Ze schrikt als ze een hand op haar schouder voelt.

“Josje, zit je weer te dromen.” Ze schrikt van de stem van juf Lianne.
“Blijf je wel bij de les?”

PS. Het plaatje is uit de prachtige animatiefilm “Father & Daughter” van Michael Dudok de Wit.

PPS. Dit verhaal is eerder gepubliceerd op SchrijfbloQ


0 Reacties to “Vader & Dochter”



  1. Geef een reactie

Plaats een reactie


Archief